Winteropvang: schaamlapje voor een falend beleid

“Zolang er niet geïnvesteerd wordt in integraal armoede- en thuislozenbeleid, blijft in Brussel de miserie op straat liggen.”

Geschreven door Tom van Thienen (Algemeen directeur CAW Brussel) en Nel Vandevannet (Directeur Belgische Projecten Dokters van de Wereld)

Op 15 november ging het gewestelijk winterplan van start in Brussel. Dit wil zeggen dat elke nacht dak- en thuisloze Brusselaars bed, bad en brood kunnen krijgen. Tenminste als je het geluk hebt om elke avond voor 18 uur een plaats in de winteropvang te bemachtigen. Het winterplan is een noodzakelijk kwaad om mensen door de koudste maanden heen te loodsen en om zo min mogelijk straatdoden te hebben. De verhalen van de ervaringsdeskundigen in de pers, zijn ons bekend: als dak- en thuisloze overleven op straat is geen sinecure. Ook niet tijdens de warme of natte zomermaanden. Maar in de wintermaanden wordt de miserie op scherp gesteld. En is het urgenter nieuws. Want niemand ziet graag iemand sterven van de kou. Dan denken we teveel aan het 19de-eeuwse verhaal van het Meisje met de zwavelstokjes van Hans Christian Andersen. En een samenleving die zo’n schrijnende situaties duldt, is toch niet meer van deze tijd?

Hoe help je echt?

Daarom pleiten CAW Brussel, Dokters van de Wereld & de Franstalige afdeling van het RodeKruis België voor een integrale aanpak van de winteropvang. We sloegen met de Federale Regering de handen in elkaar om de tweedelijnswinteropvang uit te bouwen. Een opvang die verder gaat dan het bed, bad en brood-principe. Zolang er geen deftig armoede- en thuislozenbeleid is en onvoldoende geïnvesteerd wordt in duurzame hulpverlening, blijven de winterplannen en –opvang een noodzakelijk kwaad.

Elk van ons heeft zijn eigen expertise in noodopvang van de kwetsbare doelgroep die bij deze winteropvang wordt opgevangen: het Rode Kruis zorgt voor het onthaal en verschillende diensten zoals een warme maaltijd ’s avonds, ontbijt ’s morgens, tevens douches, hygiëneproducten en warme kleding; CAW zorgt voor de psychosociale begeleiding van de thuislozen en de toeleiding naar het regulier hulpverleningsaanbod in Brussel; Dokters van de Wereld biedt de meest dringende medische hulp. Deze opvang treedt pas inwerking als de eerstelijnsopvang van het Brussels Gewest, georganiseerd door Samusocial, volzet is.
Waar het Consortium het verschil maakt, is dat de mensen zich niet elke avond moeten aanmelden voor een slaapplaats. Hierdoor hopen we dat de ‘overlevingsstress’ van de thuisloze voor een bepaalde tijd wegvalt en dat er ruimte en veerkracht vrijkomt om met ons zijn algemeen welzijn te versterken en naar een duurzame oplossing voor zijn situatie te zoeken. Zodat hij hopelijk volgende winter niet terug van de winteropvang gebruik moet maken. Dak-en thuisloosheid komt pas op het einde van een aaneenrijgen van problemen en tegenslagen, als alle verbindingen verbroken zijn. En daar zien we als welzijnswerker onze taak: resoluut de kant blijven kiezen voor personen in nood en zorgen voor verbinding in de samenleving.

Gezinnen met kinderen en minderjarigen in de kou

Partnerorganisaties zoals Platform Kinderen op de Vlucht, melden ons dat de huidige winteropvang niet gericht is op gezinnen met kinderen en/of minderjarigen. Maar eerder op maat van alleenstaande mannen. Ook dat beseffen we. Als Consortium hebben we van de subsidiërende overheid geen toestemming gekregen om onze winteropvang in de buurt van het stadscentrum te openen. Bovendien zijn we nog steeds in onderhandeling voor een alternatief voor de nu toegewezen locatie in Haren. De consequentie is dat onze winteropvang ten vroegste begin december kan openen. Bovendien is ook deze locatie niet ideaal voor gezinnen met kinderen en/of minderjarigen: opvang in grote slaapzalen, slechts geopend van 18uur tot 10 uur en in een uithoek van de stad. Maar als blijkt dat de winteropvang van andere organisaties en overheden niet aan de opvangnood van deze zeer kwetsbare groepen tegemoet kan komen, is het Consortium bereid om hen voorrang te geven. Ook al beseffen we dat integrale winteropvang, zoals wij die voorstaan, in deze omstandigheden voor de gezinnen en minderjarigen een beproeving blijft. Opvang, heel het jaar door.

Dakloosheid is een eindstadium van mensen die op verschillende levensdomeinen uit de boot vallen.

Dak- en thuisloosheid is geen individuele schuld

Maar willen we mensen heel het jaar door goed, kwaliteitsvol en integraal ondersteunen dan moeten er meer middelen geïnvesteerd worden in toegankelijke huisvesting, woongerichte opvang en ondersteuning en begeleiding op maat van mensen in armoede en thuisloosheid. De toegang tot huisvesting in combinatie met duurzame begeleidingsmogelijkheden is hierin cruciaal. Het Brusselse welzijnswerk zoekt constant creatief naar manieren, methodieken en opvangvormen om tegemoet te komen aan de noden van de dak- en thuislozen in onze stad. Dit is een werk van lange adem in een tijd waar schaarse middelen en een wooncrisis de enige zekerheden zijn.

Dakloosheid is een eindstadium van mensen die op verschillende levensdomeinen uit de boot vallen. Dak-en thuisloosheid is geen individuele schuld. Het is een circulair proces waarbij het institutioneel en structureel falen van de samenleving gecombineerd wordt met relationele en psychosociale factoren. Als samenleving hebben we een verantwoordelijkheid om dak- en thuisloosheid uit te bannen.

Maar zolang er geen deftig ‘over alle beleidsdomeinen heen’ armoede- en thuislozenbeleid is en onvoldoende geïnvesteerd wordt in hulpverlening op lange termijn, blijven de winterplannen en– opvang een noodzakelijk kwaad. En druppels op een hete plaat. Nochtans kan je het probleem duurzaam oplossen door een verbinding te maken tussen de verschillende beleidsdomeinen (welzijn,wonen, gezondheid, huisvesting, armoede, onderwijs, tewerkstelling, asiel en migratie) en alle politieke niveaus (Gemeenschap, Gewest, Federaal en Stedelijk).

Blijven we hierin falen, dan zal in Brussel de miserie op straat blijven liggen.