Het verhaal van Zara
10 jaar CAW Antwerpen, dat is 10 jaar mensen sterker maken.
We zetten ons elke dag in voor een samenleving waarin elke mens hoofd en hart boven water kan houden.
Verhalenvertelster en collega Margreet Groeneveld ging in gesprek met Zara, een moeder die samen met haar tienerzoon in een studio een opvanghuizen van het CAW verblijft. Gevlucht voor het aanhoudende en extreme geweld van haar ex-partner. De onvoorspelbaarheid van mensen is een rode draad in haar leven.
Het is licht in de kleine studio van de veilige opvang waar ik Zara* ontmoet. De winterzon schijnt aan een strakblauwe hemel en van binnenuit lijkt het of de lente lonkt. “Niets is wat het lijkt”, denk ik, terwijl ik door het raam naar buiten kijk. Het uitzicht is wijds. Over de daken van de omliggende huizen heen kun je in de verte kijken. Op de straten ligt nog wat sneeuw en ik ben blij dat ik mijn handen kan warmen aan de tas thee die Zara voor me gemaakt heeft. Het is midden in de winter. De lente is nog ver weg.
“Sommige dingen kan ik echt niet vergeten”, zegt ze. Ze verwijst naar haar jeugd met een deels afwezige vader en een moeder met psychische problemen.
Aan de muur hangt een foto van een mooie vrouw. “Dat is mijn mama.” Het klinkt liefdevol. “Ik zie haar doodgraag, nog altijd.” Zara’s moeder overleed toen ze nog maar elf was. “Ik zie haar graag, maar er zijn dingen die ik maar niet kan vergeten. Waarom moest ik dit allemaal meemaken?”
Het verhaal over haar kindertijd bij haar moeder lijkt de basis te vormen voor het verloop van haar verdere leven. Ze heeft haar ouders niet samen gekend. Het leven met haar moeder was onvoorspelbaar. Zara beschrijft hoe ze als klein meisje altijd op haar hoede was voor eventuele onverwachte uitvallen van haar moeder. “Mijn moeder hoefde maar één woord te zeggen en we luisterden al, niet omdat we het begrepen, maar omdat we wilden voorkomen dat ze boos zou worden.”
Er komen tranen als ze vertelt over haar lievelingspop. In haar woede maakte haar moeder Zara’s pop kapot. “Ze maakte iets kapot dat van mij was, iets wat belangrijk was voor mij en ik wist niet waarom.” In die momenten van woede en agressie was haar moeder zichzelf niet, weet Zara. “De pop heeft ze weer proberen in elkaar te naaien, maar het werd nooit meer ‘mijn’ pop zoals voordien.”
Zara’s moeder had psychische problemen en onverwerkte jeugdtrauma’s. Minstens twee keer maken Zara en haar zusje mee dat haar moeder probeert om zelfmoord te plegen. “Maar toch”, zucht ze, terwijl ze tranen uit haar ogen wegveegt, “toch zou ik haar zo graag willen vragen waarom?”
Ik ben stil. In mijn verbeelding zie ik een klein meisje met een kapotgescheurde pop tegen zich aangedrukt. Het beeld voor mijn ogen verandert in een mama die een kapotgescheurd klein meisje tegen zich aandrukt en beschermt tegen het leven. Maar dat beeld klopt niet. Het kapotgescheurde meisje dat vraagt om bescherming en liefde wordt weggeduwd door de persoon die die bescherming misschien wel wilde geven, maar het om allerlei redenen niet kon.
De onvoorspelbaarheid van mensen wordt een rode draad in het leven van Zara.
Zara besluit weg te gaan thuis. Met haar grote jeugdliefde begint ze haar eigen leven en wordt een jonge mama. “Ik wilde mijn kindje houden en ervoor zorgen zoals niemand ooit voor mij deed.”
“We waren goed samen!” vertelt Zara en voor het eerst in haar verhaal merk ik op dat ze over echte liefde praat. Liefde en geluk die abrupt onderbroken worden wanneer haar man overlijdt. “Hij werd vermoord, neergeslagen in een gevecht en uit het raam gegooid.” Zara kan niet geloven dat haar man dood is wanneer ze het hoort. Haar wereld stort opnieuw in.
Ik luister met verbazing. Alsof alles nog niet erg genoeg was, gebeurt dit. Het leek alsof ze in het nieuwe hoofdstuk van haar leven met haar eigen gezinnetje eindelijk die bladzijde van moeilijkheden en problemen had kunnen omdraaien, maar nu staat ze weer aan het begin van een moeilijk pad.
Zara komt er alleen voor te staan. De dromen van een eigen gezinnetje en alles allemaal anders te doen dan haar eigen moeder worden verstoord door de werkelijkheid van het leven. Hoewel haar vader haar een tijdje helpt, is het moeilijk om te integreren in het nieuwe gezin van haar vader. Zara blijft zoeken naar liefde en stabiliteit. Ondanks de realiteit van het leven blijft ze geloven dat het ook voor haar kan.
“Niets is wat het lijkt”, denk ik weer. Keer op keer ontvlucht ze relaties die mooi beginnen, maar die al snel gewelddadig worden. Ze heeft hulp nodig. Zeker omdat ze niet alleen is, maar een kindje heeft. Ze durft de stap te zetten om hulp te vragen. Met de hulp van het OCMW kan ze in het toenmalige Zijhuis terecht en krijgt ze me de nodige begeleiding haar leven weer in de goede richting.
Sinds een half jaar verblijft Zara opnieuw in een studio van een opvanghuis voor slachtoffers van intra familiaal geweld van het CAW. Ze woont samen met haar tienerzoon. Gevlucht voor het aanhoudende en extreme geweld van haar ex-partner die het leven dat ze had opgebouwd in korte tijd helemaal overhoopgehaald heeft. Haar kinderen zagen aan wat er met hun moeder gebeurde. Haar volwassen dochter verliet het huis. Haar tienerzoon werd getuige van zwaar geweld op zijn moeder.
“Deze relatie was het meest destructief.” Ze vertelt over littekens van de klappen en stompen die ze kreeg. Een dag voor een familiefeest slaat hij haar bont en blauw. “Niets is wat het lijkt.” Haar gezicht kan ze met make up nog maskeren, maar haar ziel is voor de zoveelste keer zwaar beschadigd.
Een paar maanden later loopt het zo uit de hand dat de politie erbij komt. Er worden politieverslagen opgemaakt, waarin de opgesomde lijst geweld van één incident alle verbeelding tart. Zara beseft dat dit moet stoppen. De blik in de ogen van haar tienerzoon die getuige is van het geweld, doet haar beseffen dat het genoeg is.
“Ik ben soms boos op mezelf. Waarom laat ik altijd mensen toe die mij en daardoor ook mijn kinderen geweld aan doen? Hoe kon ik mijzelf en mijn kinderen zo verwaarlozen?”
Via het crisisteam van het CAW kan ze naar een opvanghuis voor slachtoffers van intra familiaal geweld samen met haar zoon. Ze wil weg van de plaats waar het allemaal gebeurd is en vertelt aan niemand waar ze verblijft. “Ik ben soms boos op mezelf “, zegt Zara. “Waarom laat ik altijd mensen toe die mij en daardoor ook mijn kinderen geweld aan doen? Hoe kon ik mijzelf en mijn kinderen zo verwaarlozen? Er is mij veel afgepakt.”
Behalve het verlies van haar appartement, haar werk en de opgelopen berg schulden is ze vooral veel tijd kwijt. Tijd met haar kinderen, tijd om zelf gelukkig te zijn.
Ik kijk weer in het mooie open gezicht van Zara. De tranen in haar ogen laten zien hoeveel pijn ze geleden heeft terwijl ze eigenlijk maar één behoefte had. Onvoorwaardelijk geliefd te zijn. Dat gevoel dat elk mens heeft om er te mogen zijn en geborgen te zijn, miste ze al in haar kindertijd. Ik kijk in een gezicht van iemand die veel te geven heeft en heeft willen geven. Ze wilde zorgen en liefhebben. Ze wilde haar kinderen geven wat ze zelf als kind niet gekregen heeft.
Haar gezicht klaart op als ze over haar kinderen praat. Ik zie een trotse mama. Ze heeft een goede band met haar volwassen dochter. Haar tienerzoon begint ook zijn plaats weer te vinden. Hier samen in deze studio van het opvanghuis hebben ze weer een gezinsleven. Ze eten samen. Ze praten samen. Zara motiveert hem voor zijn schoolwerk en zijn sportactiviteiten. Ze is er gerust in. Haar dochter springt soms binnen en is de enige die weet waar zij verblijven.
Ik kijk naar Zara. Hoe meer ze vertelt, hoe meer vragen ik heb. Vragen waarop de antwoorden boeken kunnen vullen.
Het brengt me bij haar leven in de opvang. Natuurlijk zijn er moeilijke momenten, maar met de hulp die ze krijgt in het opvanghuis kan ze haar leven weer op rails krijgen.
“Ik vind het CAW echt een meerwaarde. In mijn leven is het CAW meermaals de plaats van verandering geweest. Ooit verbleef ik in het Zijhuis en nu in een ander opvanghuis. Ik ben blij dat dit er voor mij was samen met het hele gamma van de hulpverlening. Van het OCMW tot de collectieve schuldhulpverlening.”
Zara is duidelijk als ik vraag wat ze mensen in deze situatie zou aanraden.
“Niet twijfelen! Ga je verhaal vertellen en hulp vragen. Je hoeft het niet aan de grote klok te hangen, maar je mag wel de hulp die bestaat aannemen!”
“Ik moest ook mijn verhaal vertellen…. Dat voelde soms moeilijk, ik moest vaak huilen, ik schaamde me ook, ik stelde mezelf in vraag, voelde me schuldig. Maar dat schuldgevoel laat ik steeds meer achter mij.”
Zara’s gezicht straalt bij de laatste uitspraken en ik zie een vrouw die slachtoffer was, overlever werd en steeds meer klaar is voor een nieuwe start waarin ze sterker zal staan.
Ze ziet de toekomst positief. Een nieuwe start met alles wat ze geleerd heeft. Ze wil voorlopig in therapie blijven om sterker te worden en te blijven. Hoopvol vertelt ze over appartementjes die ze gaat bezichtigen en een opleiding waarvoor ze zich heeft ingeschreven. Ze wil tijd investeren in zichzelf en in haar kinderen. Ze ziet het zitten.
Hoewel het nog midden in de winter is, piepen er wat zonnestralen door het raam naar binnen. Als we afscheid nemen zie ik weer de vrolijke lach van de hartverwarmende vrouw. De warmte neem ik mee de koude in. “Niets is wat het lijkt”, denk ik. De koude temperaturen en de sneeuw zullen verdwijnen door de warmte van de zon die alvast iets van de hoopvolle lente laat zien.
Zara* is een fictieve naam.
Lees het volledige verhaal op: www.thepath2freedom.org
Gemaakt door:
©Margreet Groeneveld – Tekstbureau Woordmozaïek
©Willy Verbruggen – Fotografie