Angst voor de zomer
Uitkijken naar de zomer. Wie doet dat nu niet? Eindelijk de zon op je snoet. Eindelijk eens wat minder moeten. Eindelijk wat minder gejaag. Eindelijk op vakantie.
De realiteit is jammer genoeg vaak anders. Wat niet iedereen kan op vakantie. En niet iedereen kan genieten van veel vrije tijd. Voor sommigen is de zomerperiode net iets om angstig voor te zijn.
Onze hulpverleners geven raad.
Annia (42j), alleenstaande mama
“Sinds Rob stierf eind vorig jaar ga ik precies op automatische piloot. Opstaan, ontbijt en lunch klaarzetten, iedereen naar school jagen, gaan werken, thuis komen, eten maken en alles opkuisen. Elke dag opnieuw. Ik had nooit gedacht er alleen voor te staan met 3 (bijna) pubers. Ze doen hun best hoor, om mee te helpen, maar hoeveel kan je verwachten van die kinderen. Ze hebben ook zoveel meegemaakt. Ik heb schrik voor de zomer. Omdat alles dan even stilvalt. Schrik dat ik zelf helemaal zal in elkaar zakken. Het is ook alweer een eerste. De eerste zomervakantie zonder hem.”
Wat Annia voelt is heel normaal. Ze heeft samen met haar kinderen een enorm verlies geleden. En dus is het logisch dat het nog altijd moeilijk is. Het mag ook moeilijk gaan. Je mag dan zeggen “Vandaag gaat het niet.” Je mag mild zijn voor jezelf.
Het is wel belangrijk dat ze meer kan zijn dan enkel mama. Misschien zijn er vrienden, buren, familie die daarin kunnen helpen. Bij wie ze terecht kan met haar verdriet én haar bekommernissen. Of iemand die praktisch kan helpen met de kinderen of het huishouden. Het is als omgeving ook erg belangrijk om dat te zien en zelf aan te bieden. Om een gesprek over Rob niet uit de weg te gaan, maar dat te laten bestaan. Verdriet en al. Aan Annia te vragen wat ze zelf het liefste heeft: wat afleiding, een goed gesprek, een lekkere maaltijd, wat tijd voor zichzelf, …
Het is niet gemakkelijk om als gezin een nieuw evenwicht te zoeken. Iedereen heeft een andere manier van rouwen. Maar daarover praten, open zijn, eerlijk durven toegeven hoe het echt gaat. Aan de kinderen vragen hoe zij met hun verdriet omgaan. Wat zij daarin nodig hebben. Hoe ze elkaar daarin kunnen helpen als gezin. Dat is belangrijk. Dat kan ook echt samen rond de tafel. Een moment prikken en het daarover hebben. Misschien hebben de kinderen nog ideeën om bepaalde rituelen in het leven te roepen, die ze kunnen gebruiken in de vakantieperiode. Of willen ze wel mee beslissen over het invullen van de ‘leegte’ in de zomermaanden. Of hebben ze net zin om ook wat praktische taken op zich te nemen.
Nico (19j), student
“Ik weet nu al dat ik tweede zit ga hebben. Thuis heb ik dat niet verteld, maar ik doe nu in juni niet alle vakken mee. Ik zie het echt niet zitten. Mijn ma en pa gaan daar niet mee kunnen lachen, dat weet ik. En thuis studeren in juli en augustus is ook al een ramp als mijn broertjes thuis zijn…”
Voor Nico is het belangrijk dat hij zelf eerst beter zicht krijgt op wat er precies speelt. Wat heeft er voor gezorgd dat hij niet alle vakken aflegt? Heeft het met de leerstof te maken, de studiekeuze, kan hij zich niet concentreren, of spelen er andere zaken in zijn hoofd? Wil hij er nog voor gaan, in tweede zit? Of wil hij eerder een andere keuze maken?
Het kan heel erg moeilijk zijn om zo’n gesprek te voeren met je ouders. Maar het is wel erg belangrijk. Misschien kan hij iemand uit zijn omgeving vragen om mee aan de tafel te zitten. Iemand waar hij zich wel veilig bij voelt. Misschien kan een tante of een vriend die rol opnemen. Anders een hulpverlener. Het zal hem sterker maken om over te brengen aan zijn ouders wat hij echt wil, waar hij mee zit en wat hij nodig heeft, ook van zijn ouders.
Pas als alles op tafel ligt kan je ook goede en duidelijke afspraken maken. Waar kan hij studeren zonder gestoord te worden? Heeft hij graag hulp bij het opmaken of volhouden van zijn planning? Wat kunnen de ouders doen om hem te ondersteunen?
Bart (34j), gescheiden papa
“Door omstandigheden zijn Jana (6j) en Zion (8j) deze zomer 4 weken bij mij. 4 weken aan een stuk dan nog. Ik weet niet goed hoe ik dat ga doen. Op het werk kon ik geen verlof krijgen voor die hele periode. Ik hoop ook dat het weer meevalt. Als we de hele tijd binnen moeten zitten in mijn kleine appartement, breken ze zeker de boel af.”
De eerste keer dat je voor zo’n taak staat is altijd spannend. Het is logisch dat Bart nerveus is. Dat betekent eigenlijk ook dat hij het goed wil doen, dat hij een goede papa wil zijn en dat is eigenlijk gewoon al stap 1 die hij goed genomen heeft.
Kinderen hoeven niet 24/24 en 7/7 de meest spectaculaire dingen mee te maken, een kleine picknick in de buurt is al een hele belevenis op zich. Kinderen mogen zich ook best even vervelen, dat is geen ramp en stimuleert hen net om zelf creatief aan de slag te gaan. De kinderen willen vooral graag bij hun papa zijn, dus ook als het regent kan binnen samen spelen heel fijn zijn. Daarnaast kan het aanbod van vakantieparticipatie heel interessant zijn om leuke dingen te doen.
Praktisch is het wel belangrijk dat Bart even een overzicht maakt, om zijn angst weg te nemen. Wat is zijn plan als hij gaat werken? Waar verblijven de kinderen dan, wie past er op? Misschien is een kampje voor de kinderen of speelpleinwerking nog een optie. Op wie kan hij rekenen? Misschien kunnen de kinderen eens ergens gaan spelen of kunnen ze samen met een ander gezin op pad. Heeft hij al een uitstap in gedachten? Moet daar nog iets voor geregeld worden? Het is best om alles even op te schrijven, dat maakt het duidelijk. Zo wordt het overzichtelijker en kan hij zelf ook zin krijgen in die 4 weken met de kinderen.