Armoede is geen kinderspel
‘Armoede is geen kinderspel’. Met die treffende woorden kwam Welzijnszorg in 2011 naar buiten bij de aftrap van de nieuwe campagne die zich zou toespitsen op armoede bij kinderen en jongeren. Vandaag, acht jaar later, is het thema niet minder actueel. De nieuwe groeipakketten werden ingezet als instrument tegen armoede en heel wat kinderarmoedeplannen werden op Vlaams en lokaal niveau in het leven geroepen. Telkens gekaderd vanuit de ambitie om armoede op termijn effectief te bestrijden. Toch zien we helaas hoe de cijfers vandaag nog steeds niet hoopgevend zijn.
De term ‘kinderarmoede’ wordt wel eens met gemengde gevoelens onthaald. Dat armoede aan kinderen en hun ontwikkelingskansen raakt, treft ieder van ons. Maar armoede werkt telkens in op heel het gezinssysteem. De term mag in geen geval het idee voeden dat ouders verantwoordelijk zijn.
Armoede is immers nooit een keuze.
Anderzijds willen we als CAW ook bewust blijven kijken naar de specifieke impact van armoede op kinderen en jongeren. Ze beleven deze realiteit immers op hun eigen manier. Hun referentiekader reikt op jonge leeftijd meestal niet verder dan thuis. Dan mama, papa of de dagelijkse leefomgeving. Armoede wordt pas een beperking in relatie tot anderen. In contact met klasgenootjes die wel op reis gaan, uitgebreide verjaardagsfeestjes geven of die wekelijkse hobby vanzelfsprekend vinden.
Het treft gezinssystemen in alle facetten van het leven.
In levensdomeinen als onderwijs, gezondheid, vrije tijd… en bijgevolg in heel wat sociale grondrechten. Naast de beleidssignalerende taak die we hier als CAW in opnemen, proberen we ook een bewuste kindfocus uit te zetten doorheen onze werking, ook al is deze voornamelijk op volwassenen gericht. We betrekken de kinderen en hun welzijn via de ouders en laten hen waar mogelijk actief deelnemen in het hulpverleningsproces. Kwetsbare kinderen zijn immers geen passieve slachtoffers of bron van de problemen, maar wel mee een deel van de oplossing.
Veiligheid en verbinding
De impact van een langdurig tekort aan basisnoden is niet te miskennen. Maar voor kinderen zijn er gelukkig ook beschermende factoren, zoals de nabijheid van een vertrouwensfiguur of een veilige plek voor zowel ouder als kind. Een hechte en affectieve ouder-kind relatie is een belangrijke hefboom om de negatieve impact van armoede op welzijn en gezondheid af te weren. Binnen onze inloopcentra zetten we in op deze zaken: mensen vanuit de veiligheid van de ontmoeting verbinden met zichzelf en met anderen. Wanneer het om gezinnen met kinderen gaat, vraagt dit soms een andere aanpak om te kunnen werken aan die veiligheid en ontmoeting.
De kindfocus vullen we in op verschillende manieren. Recent kregen we een nieuw aanbod aan speelgoed en jaarlijks organiseren we zo’n 4 à 5 kinderactiviteiten waar de ouders ook telkens aan deelnemen. Op die momenten zetten we doelbewust in op die belangrijke ouder-kind verbinding. En je ziet hoe zowel ouders als kinderen een extra set batterijen krijgen, voor de momenten dat het wat moeilijker loopt. Het brengt hen in een wereld die groter is dan de eigen wijk en geeft stof tot dromen, brandstof voor de toekomst.
Schakelen en bruggen bouwen
We proberen ook tijd te nemen voor de moeilijkere vragen: “Wat doet de realiteit met mama/papa en wat doet dit met mij?” Want vertrouwen krijgen om hierover te spreken, vraagt tijd. Gelukkig kan dat binnen het inloopcentrum. We hebben tijd om kinderen en ouders te zien groeien. Letterlijk en figuurlijk. Tijd om langdurige trajecten aan te gaan. Trajecten waarin we trots kunnen zijn op wat ouders en kinderen samen waarmaken.
Het is vanuit die vertrouwensband dat we bewust schakels kunnen leggen naar de bredere maatschappij. Zo kan de expertise van een JAC-collega worden ingeschakeld of leiden we gezinnen in Leuven toe naar Kirikou bij vragen rond kledij of speelgoed. Maar we gaan ook samen met de ouders in gesprek met scholen of andere betrokken partners indien nodig.
Op die manier hopen we als brugfiguur alle mogelijke ondersteuningsbronnen te betrekken, aan rechtendetectie te doen en mensen een warme plek te geven in onze organisatie en in de samenleving.