Belang van sociaal tolken door de ogen van een CAW-hulpverlener
Vanaf 16 september 2019 tot einde 2019 voorziet de subsidiërende overheid geen financiering meer voor sociale tolken. In tegenstelling tot andere jaren worden geen bijkomende middelen vrijgemaakt om tot het einde van het jaar te overbruggen. Een problematische situatie voor de CAW’s die een derde van de aanvragen indienen. De kosten voor tolken zullen ten laste komen van de CAW’s. Een grote bijkomende kost terwijl we reeds voor sterke financiële uitdagingen staan.
Micha, CAW-hulpverlener bij team Gezins- en Relationeel Welzijn en Volwassenenonthaal van CAW Limburg, getuigt over het belang van sociaal tolken in de hulpverlening.
Hulpverleningsgesprek: een rugzak aan ervaringen
“We werken regelmatig met sociaal tolken in hulpverleningsgesprekken. Dit is zeer belangrijk. Ik kan cliënten niet begrijpen als we elkaar niet kunnen verstaan. We willen er zijn voor de mensen, letterlijk en figuurlijk. Als cliënten bij mij komen, dan moeten ze hun rugzak aan ervaringen kunnen meenemen.”
Kinderen en kennissen vertalen, is niet ideaal
“Men kan niet verwachten dat kinderen of kennissen bepaalde (gevoelige) informatie vertalen. Het gebeurt wel eens dat een kind van een cliënt bepaalde praktische zaken vertaalt, zoals het maken van een afspraak. Bij inhoudelijke hulpverleningsgesprekken laten we geen kinderen vertalen. Bepaalde onderwerpen kan je niet bespreken waar kinderen bij zijn, zoals financiële en relationele thema’s. Dit is niet goed voor de ontwikkeling van kinderen. Kinderen moeten dit niet horen.” vertelt Micha
“Indien er geen andere mogelijkheid is, gebeurt het wel eens dat kennissen tolken voor cliënten. Dit is echter ook niet aan te raden. Vertalen voor een kennis is altijd subjectief en helemaal anders dan werken met een ervaren sociaal tolk. De relatie tussen de kennis en de cliënt speelt een rol. Als bijvoorbeeld een belangrijke boodschap verkeerd wordt vertaald, kunnen de gevolgen groot zijn. Praktische zaken kunnen zeker vertaald worden door kennissen, zoals het maken van een afspraak en kleine administratieve zaken. Een hulpverleningsgesprek vertalen is echter uit den boze. Het beroepsgeheim wordt zeer complex, omdat er een derde persoon aanwezig is tijdens het gesprek. Wat er verteld wordt, kan ook iets doen met de vertaler-kennis, waardoor hij/zij dit met de partner bespreekt. We kunnen niet garanderen dat wat er gezegd wordt, tussen de vier muren blijft.”
“Zo heb ik een vrouw begeleid die de moeilijke stap zette om na de zoveelste geweldpleging door haar echtgenoot hulp te zoeken. Dit is zeer knap, want de vrouw had geen netwerk in België. Het was een zeer moeilijke stap voor haar. Bij de beslissing over de voogdij-regeling van de kinderen liet ze zich bijstaan door een kennis van haar ex-man. We hebben er geen zicht op in hoeverre deze boodschap klopt. Deze cliënt was na dit gesprek zeer verward. In hoeverre kunnen wij als hulpverlener dan opkomen voor onze cliënten? Dit zorgt voor zeer complexe situaties.”
Sociaal tolken tijdens hulpverleningsgesprekken
“Mensen die naar het CAW komen, voelen zich vaak onmachtig. Ze willen terug in hun kracht staan. Wij, als hulpverleners, willen dit faciliteren. We willen informatie geven en er zijn voor hen. Een gesprek heeft een inhouds- en een betrekkingsniveau. Het inhoudsniveau is wat gezegd wordt. Via pictogrammen en tekeningen kunnen we heel wat uitleg geven, maar dit proces duurt zeer lang. Daarnaast is het relationele aspect ook zeer belangrijk. We willen verbinding maken met elkaar.
“Het is niet evident met een tolk bij in de ruimte, maar er gebeuren ook mooie dingen net met een tolk erbij. Mensen kunnen moeilijke dingen bespreekbaar maken in hun eigen moedertaal. En net dit zorgt voor verbinding, tussen ons, maar ook bij de cliënt zelf.”
Verkeerd signaal
Anita Cautaers, directeur CAW Groep, verduidelijkt: “Door geen voldoende budgetten meer te voorzien, geeft de overheid een verkeerd signaal aan de samenleving. We creëren een onderscheid tussen hulpverlening aan Nederlandstaligen en anderstaligen. Anderstaligen worden letterlijk weggeduwd en op lange termijn leidt dit tot nog meer ongelijkheid in onze samenleving.”
“Als CAW’s zijn wij voorstanders van een beleid dat anderstaligen niet wegduwt, maar hen omarmt en verwelkomt. We zien elke vorm van diversiteit en culturele eigenheid als een verrijking van onze samenleving zonder daarom het respect voor en de kennis van onze Vlaamse cultuur en Vlaamse taal op de helling te zetten. Wie geen stabiele woonsituatie heeft, aankijkt tegen een berg schulden of in een problematische relatie zit, is eerst gebaat bij het oplossen van deze problemen. Vervolgens is er ruimte en energie om andere zaken aan te pakken, zoals Nederlands leren.”
“Geen budgetten voorzien voor sociaal tolken, staat haaks op de meertalige realiteit waarbinnen de CAW’s hun basisopdracht uitvoeren.”
Zonder evaluatie van bestaande tolkwerkingen en zonder alternatieven te voorzien gewoon budgetten laten opdrogen en kosten bij de organisaties leggen, vinden we onverantwoord. Er is geen rekening gehouden met de impact van deze beslissing op de organisaties, het bestaande aanbod dat afslankt, de individuele hulpvragers, en op de samenleving in zijn geheel. Het gaat hier zowel om een impact op het welzijn en welbevinden, als op vlak van kosten op korte en lange termijn. We vragen dan ook uitdrukkelijk aan het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, om jaarlijks voldoende middelen voor sociale telefoontolken vrij te maken.”
“Sociaal tolken bieden een bepaalde kwaliteit van tolken die onontbeerlijk is in sommige situaties en op termijn kostenbesparend werkt.”
Dit wil niet zeggen dat we niet kunnen onderzoeken of er andere, innovatieve manieren zijn, om met beperkte budgetten om te gaan. We pleiten hier niet voor het simpelweg overstappen naar meer gelegenheidstolken zoals kinderen, familie of kennissen. Dit is absoluut niet wenselijk en het is reeds bewezen dat een dergelijke werking heel wat nadelen met zich meebrengt. Waar we wel voor pleiten is om de creativiteit en het engagement van de CAW’s te benutten en na te gaan of er bepaalde innovatieve werkwijzen zijn die breder uitgebouwd en ingezet kunnen worden als aanvulling op sociaal tolken. We denken hier bijvoorbeeld aan het inzetten van meertalige medewerkers of meertalige vrijwilligers voor bepaalde tolkopdrachten (uiteraard binnen een deontologisch kader) of meer werken met videotolken. Mits een degelijk werkingskader, en afstemming op de werking van sociale tolken en intercultureel bemiddelaars, zijn er mogelijkheden om kostenefficiënt te werken en toch een kwalitatieve hulpverlening aan te bieden. Iets wat de samenleving enkel ten goede kan komen.”
“We roepen het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin op te kiezen voor een beleid dat geen tweederangsburgers creëert, maar durft in te zetten op een degelijke hulpverlening voor iedereen, ongeacht zijn/haar talenkennis, en tegelijkertijd innovatie ondersteunt.” aldus Anita.