De kracht van de gemeenschap ontketenen
“Stel dat wij er niet zouden zijn, dan zouden veel maatschappelijke problemen langer liggen gisten, erger worden, de impact op de maatschappij vergroten en finaal voor een aanzienlijke maatschappelijke meerkost zorgen.” Geert Hillaert en Alain Slock, respectievelijk algemeen en inhoudelijke directeur van CAW Oost-Vlaanderen, werpen een licht op de kerntaken die CAW onvermoeibaar op zich neemt, elke dag opnieuw.
Alain: “Onze kerntaken in het kort? We moeten mensen met beginnende of al zeer ernstige welzijnsproblemen op een gepaste manier bereiken. Ze moeten ons dus kunnen vinden of wij hen. Daarnaast hebben we de opdracht om mensen in problematische situaties te helpen hun levenssituatie te verbeteren op verschillende terreinen: woonsituaties, relaties, mentale gezondheid … Onze derde opdracht ten slotte is het moeilijkst te visualiseren. Hoe kunnen we met al onze kennis, expertise en ervaring ervoor helpen zorgen dat een aantal maatschappelijke problemen wordt voorkomen? Stel dat mensen dreigen uit huis te worden gezet. Wanneer verschijnt het CAW het best in die keten? Preventie is de vorm waar we de meeste winst kunnen boeken. Als we bijvoorbeeld proactief samenwerken met woonmaatschappijen komen we systematisch in aanraking met alle dreigende uithuiszettingen en kunnen we helpen dakloosheid te voorkomen. In de gerechtelijke fase van een uithuiszetting krijgen mensen altijd een uitnodiging van het OCMW. Slechts een heel klein percentage gaat op dat voorstel in, maar als wij aanklampend werken door onder andere bij hen te gaan aanbellen om onze hulp aan te bieden, stijgt dat bereik opeens naar 85%.”
Geert: “Een ander voorbeeld is partnergeweld. We weten dat er een heel groot dark number is van mensen die geen aangifte doen. Vrouwen ondernemen pas actie na tien jaar chronische mishandeling. We weten dat veel vrouwen hun situatie in vertrouwen aan de huisarts vertellen, maar heel weinig huisartsen betrekken ons erbij. Ook daar kunnen we nog veel winst boeken.”
Ook mensen met mentale gezondheidsproblemen kunnen bij het CAW terecht, verwijzen jullie dan door?
Alain: “Als dat nodig is. Alles begint bij luisteren en uitvissen wat er effectief aan de hand is. Niet elke persoon heeft een primaire depressie, moet aan de medicatie of naar een psycholoog of psychiater. Als we deze brede laag vroegtijdig bereiken, hun situatie goed inschatten en filteren wie er echt gespecialiseerde zorg nodig heeft, dan staan we al een stuk verder. Veel mensen zijn al geholpen met een aantal korte gerichte interventies, bijvoorbeeld door een eerstelijnspsycholoog. Er meteen een psychiater bijhalen is dan niet nodig.”
De 11 CAW’s in Vlaanderen kunnen hun taken zelf invullen, naar eigen behoefte en plaatselijke noden. Welke voordelen biedt dat?
Geert: “We hebben vijfentwintig sectorale doelstellingen die elk CAW voor een stukje zelf invult in functie van de eigen geschiedenis en regionale noden. Voordeel is alvast dat onze lokale CAW’s op die manier echt kunnen inspelen op de regionale context. Hun taken zijn heel divers want vaak afhankelijk of ze nu één van de vele of weinige dienstverleners in de regio zijn. Dat is volgens ons heel logisch maar Vlaanderen leest daarin alleen een troebel verhaal: “Waarom zijn er zoveel verschillen in jullie aanpak?” Nu worden de middelen vooral verdeeld vanuit indicatoren van kwetsbaarheid maar die zijn vaak onvoldoende om de echte welzijnsnoden vast te stellen. Volgens die indicatoren zou er bijvoorbeeld maar één kwetsbare gemeente zijn in het Meetjesland, en dat is Eeklo. Al de rest heeft schijnbaar geen problemen. Dat heeft volgens ons meer te maken met het feit dat er te weinig hulpverlening is dan met de realiteit. Vlaanderen moet zich afvragen: “Wat is dat nu, algemeen welzijn? Hoe kijken wij naar al die verschillende ontwikkelingen, lokaal en regionaal? Hoe bieden we op diverse domeinen hulp?” Dat is meteen onze tweede belangrijke opdracht naast preventie, proberen het beleid te sturen naar betere oplossingen.”
Hoe financieren jullie momenteel jullie kerntaken en welke uitdagingen ondervinden jullie daarbij?
Alain: “Er bestaat een gesloten enveloppe van financiële middelen die wordt verdeeld over de CAW’s. Maar omdat de vraag het aanbod overstijgt, hebben we meer geld nodig om onze kerntaken tot een goed einde te brengen. Een deel van onze financiering halen we nu uit andere projecten. Zo leggen we proactief de nadruk op preventie van uithuiszetting in de strijd tegen dakloosheid en dat promoten we zelf naar lokale besturen. Zij schakelen ons dan in en betalen ons voor ons werk. Veel hangt af van het ondernemerschap in de lokale CAW’s. Sommige zijn sterker dan andere om bijkomende financiën te verwerven via samenwerking met lokale besturen.”
Geert: “Het grote voordeel is dat we een aantal maatschappelijke noden hebben bepaald en dat Vlaanderen daar nu substantiële middelen voor inzet om een soort minimumaanbod te genereren. Mochten wij er niet zijn dan zou de maatschappelijke meerkost aanzienlijk hoger liggen. Alles wat je in preventie steekt, is winst. Wij weten bijvoorbeeld dat de kost om een dakloze op te vangen en te begeleiden – naast overlast, politie-interventies, ziekenhuisopnames … – enorm hoog is. Veel hoger dan ervoor te zorgen dat die persoon het dak boven het hoofd niet verliest. Ook partnergeweld heeft een enorme financiële impact op de arbeidsmarkt.”
Vroege interventie is altijd winst. Het CAW is elke euro waard die erin wordt gestopt.
Een van de kerntaken van een CAW is kwetsbare mensen een onthaal bieden?
Alain: “Dat doen we gelukkig niet alleen. De Vlaamse overheid heeft ervoor gekozen een Geïntegreerd Breed Onthaal als instrumentarium te ontwikkelen. Dat wordt trouwens dé uitdaging voor de komende jaren. Hoe zorgen we er samen met lokaal bestuur en mutualiteit voor dat, overal waar mensen opduiken met een grote of kleine hulpvraag, we die met zijn drieën opvangen? We zitten nu in een proeftuinperiode waarbij elke partner voor zichzelf de samenwerking mag definiëren. Let wel, we hebben het altijd over complementair maatwerk, er is geen one-size-fits-all-oplossing.”
Geert: “Het OCMW vertrekt eerder vanuit materiële financiële hulpverlening, de mutualiteit is de zorgpoot en wij de welzijnspoot. En die wisselwerking is heel belangrijk. We zouden nog veel winst kunnen boeken als we onze krachten slimmer zouden bundelen. Dus eerst samen bekijken wie we wel en niet bereiken en daarbij zeker regionaal werken. Een voorbeeld. De armoedeproblematiek bij landbouwers in het Meetjesland is welgekend. Alleen vinden we daar niet direct een oplossing voor. Hoe bereiken we die mensen? We moeten samen afspreken wat we voor die mensen kunnen doen, innoveren en de taken slimmer en doelgroepspecifiek verdelen.”
Alain: “Nog een voorbeeld van complementariteit. Ook in het bereik en de toegankelijkheid zouden we nog veel winst kunnen boeken door de opdrachten te verdelen. Iedere burger kent ondertussen Het Sociaal Huis. Dat staat voor een brede fysieke toegankelijkheid. Wij als CAW zouden complementair andere taken in die brede toegankelijkheid kunnen opnemen zoals de telefonische toegankelijkheid verdelen, effectief de baan opgaan en outreachend werken. Met andere woorden, niet wachten tot onze hulp wordt gevraagd binnen bepaalde problematieken maar echt proactief aan de slag gaan. Vlaanderen kan daarbij een aantal zaken faciliteren zoals instrumenten aanmaken en verdelen, coaching en procesbegeleiding.”
Worden er ook zaken uitgevoerd die niet in de kerntaken vervat zitten?
Geert: “Zeker weten. Ik verwijs hierbij graag naar onze goede samenwerking met de stad Gent in het project “Leegstand sociale woningen”. Mensen die dakloos dreigen te worden kunnen terecht in een sociale woning die in afwachting van renovatie voor langere duur leegstaat en toch een zekere woonkwaliteit biedt. Een mooi en succesvol project dat we hopen te kunnen opschalen naar heel Vlaanderen.”
Alain: “Het valt ons op dat veel van ons preventief werken ondertussen Vlaams beleid is geworden. Het geëxperimenteer en de veerkracht die in ons CAW zit door partners samen te brengen wordt op een gegeven moment gehonoreerd en tot Vlaams beleid ontwikkeld. We lobbyen altijd vanuit innovatie. We hebben een nieuw idee en proberen dat uit. Lukt het? Dan proberen we dat op te schalen, vaak met succes. Denk maar aan de OverKop-huizen.”
Dit artikel verscheen in Magis
Dit artikel verscheen ook in Magis, het magazine van CAW Oost-Vlaanderen (jaargang 11, nr. 1, jan-feb-maa). Blijf op de hoogte: schrijf je in en ontvang Magis in je brievenbus of digitaal.