Gedragstrainingen: een gesprek met Lut Gellynck
We treffen Lut Gellynck in CAW Noord-West-Vlaanderen, ze is teamverantwoordelijke gedragstraining West-Vlaanderen. Met als startdatum 1 januari 2022, staat de werking gedragstrainingen nog in zijn startschoenen. Voor de medewerkers binnen het CAW, die daarvoor vooral individuele trajecten liepen met plegers, is het ook even wennen aan deze nieuwe manier van werken. Er werden provinciale teams gevormd met gedragstrainers, een teamverantwoordelijke en een netwerkbeheerder om deze werking op poten te zetten.
Wat is een gedragstraining?
“Een gedragstraining is een training in groep met meerderjarige mensen die feiten hebben gepleegd en hierdoor met justitie in contact zijn gekomen. Aanmelding voor een module gedragstraining gebeurt steeds door de justitieassistent op basis van probatie, bemiddeling en maatregelen, beperkte detentie … Hoewel vooral mannen worden aangemeld, kunnen ook vrouwen deelnemen aan de modules.”
Van leren neen zeggen tot grenzen stellen
“Tijdens de training ligt de focus op een bepaald thema met de bedoeling inzicht bij te brengen, kennis over te dragen en gedragsalternatieven te oefenen in aanwezigheid van gelijkgestemde mensen. De pleger volgt één van de 8 modules, naargelang de aanmelding: vaardigheden, agressie, intrafamiliaal geweld, alcohol, illegale middelen, verkeer: algemeen (VIAS), verkeer: alcohol (VIAS), verkeer: illegale middelen (VIAS).”
“Wat in de module ‘vaardigheden’ wordt aangeboden, varieert volgens de groep die de training volgt. Dit kan gaan van leren nee zeggen, tot grenzen leren stellen. Elke module bestaat uit specifiek uitgewerkte thema’s, maar de opbouw is telkens gelijk: een kennismakingsgesprek, daarna een aantal groepssessies, een tussentijds individueel gesprek, opnieuw een aantal groepssessies en als afsluiter een individueel eindgesprek.”
“Het doet goed je verhaal te kunnen doen, zonder direct veroordeeld te worden. Ik kan nu sneller praten over mijn gevoelens. ” Deelnemer
Aandacht voor oorzaken en gevolgen van daden
“We maken gebruik van een welzijns- en herstelgerichte benadering van de plegers van misdrijven. Er wordt aandacht besteed aan de oorzaken en gevolgen van hun daden, maar ook aan re-integratie in de maatschappij. De pleger moet zelf een actieve inspanning doen om een positief resultaat te bereiken.”
“Het ontwikkelen van alternatieven om zijn problemen anders en beter aan te pakken dan door crimineel gedrag, komt niet alleen de pleger maar ook de samenleving ten goede. Het verkleint bovendien de kans dat in de toekomst nieuwe slachtoffers worden gemaakt en heeft dus een preventief effect. Als we willen dat plegers hun verantwoordelijkheid opnemen, dan moeten we voldoende investeren in een begeleidingsproces dat hier voldoende aandacht aan besteedt.”
Hoe ziet zo een gedragstraining eruit?
“De groepssessies duren meestal een volledige dag, daarom proberen we variatie in de opdrachten te stoppen. Er wordt gewerkt met een mix van methodieken; discussies, videofragmenten, actieve oefeningen, inbrengen van kaartjes of foto’s, elkaar confronteren en ondersteunen … De deelnemers krijgen ook huiswerkopdrachten. We gaan vooral op zoek naar oorzaken en achterliggende factoren van de feiten en gaan aan de slag met leerdoelen.”
“We zetten sterk in op groepsdynamiek en vinden het daarom ook belangrijk dat deelnemers van bij het begin aanwezig zijn. Wie de eerste sessie niet kan bijwonen wegens ziekte of andere omstandigheden, kan niet meer deelnemen, maar staat dan op de lijst voor de volgende groep.”
Confronteren met gemaakte keuzes
Wat houd je als gedragstrainer voor ogen tijdens het traject?
“Wat iemand meemaakt, vormt een persoon tot wie hij is. Als gedragstrainer tracht je de drijfveer van deze foute beslissing te achterhalen. Waarom heeft de pleger deze feiten gepleegd? Met de oorzaken kun je aan de slag. We confronteren de persoon met zichzelf en met de keuzes die hij/zij maakt. Door te werken aan een beter inzicht, leren ze uit die fouten. Zo voorkom je herval en voorkom je nieuwe slachtoffers.”
“Ik vond het waardevol dat je leert nadenken en reflecteren over je eigen gedrag en denkwijze.” Deelnemer
“De gedragstrainer tracht rigide denkpatronen om te buigen en leert sociale en probleemoplossende vaardigheden aan. Vaak zien we een tekort op vlak van empathie en normbesef. Door met deze tekorten op een cognitief gedragsmatige manier aan de slag te gaan, beogen we dat de kans op recidive maximaal vermeden wordt.”
Welke eigenschappen heb je als gedragstrainer zeker nodig om de gedragstrainingen te kunnen geven?
“Als gedragstrainer is het belangrijk dat je op een zorgzame manier durft confronteren. Je luistert en zoekt mee naar oorzaken en beïnvloedende factoren. Je gelooft in de mensen en ziet hen als individueel persoon en niet als ‘de dader’. Tijdens een training werk je met een groep en dan moet je ook je eigen grenzen kunnen stellen en bewaken.”
Wat vinden deelnemers zelf van deze gedragstrainingen?
Dit zijn twee reacties:
- “Ik vond het waardevol dat je leert nadenken en reflecteren over je eigen gedrag en denkwijze. Het doet ook goed je verhaal te kunnen doen, zonder direct veroordeeld te worden. Ik kan nu sneller praten over mijn gevoelens. Ik zal nooit een spraakwaterval worden, maar dat is ook niet nodig; ik voel me goed in mijn vel. Ik denk meer na dan vroeger, over hoe anderen zich voelen, wat dat doet met mij, enz. Wat ik moeilijk vond, was om mezelf bloot te geven aan iemand die ik aanvankelijk niet kende. Het is ook een opgave om wekelijks de tijd te maken om op gesprek te komen. Ik ben niet zo’n babbelaar en vond het wel moeilijk om zoveel te moeten praten. Ik blokkeerde soms, maar na een tijd voelde ik me hier wel goed, meer op mijn gemak. Ik zou een leerstraf aanraden aan anderen; je haalt er veel meer uit dan bijv. een geldboete. Je moet er iets voor dóen.”
- “Door de begeleiding moest ik praten over de feiten. Je beseft veel beter wat er gebeurd is, terwijl ik vroeger minder besef had van de impact van wat ik gedaan had. Ik besef dat het niet oké was, dat het verkeerd was. Zelf had ik niet de nood of behoefte om te praten over wat ik gedaan heb, ik zou het nooit aan anderen verteld hebben. Toch is het goed dat ik er hier moest over praten; na een tijdje voelde ik ook dat dat hielp. Ik zie het als een kans die ik gekregen heb. Als ik rechter was, zou ik het ook aanraden.”
Zolang er ook ruimte is voor het individuele aspect tijdens een groepstraining, geloven we dat deze nieuwe manier van werken effectief kan zijn. We kijken uit naar een evaluatie hierover na een jaar.
Interview: Shauni Pattyn