Praten over scheiding
Ze zat achteraan in de klas. De zon scheen, maar haar bankje stond opzij geschoven, een beetje verscholen achter de rest. Ze zat daar alleen.
Mijn bezoek aan dit schooltje kwam er op vraag van de directrice, een geëngageerde vrouw die een vastenvoettocht wou doen met alle kinderen van de lagere school voor een goed doel. Iets dat ‘dichtbij’ was voor een keertje. Er is overal veel armoede, maar ook vlak bij ons, en daar staan we soms te weinig bij stil, zei ze. Terecht.
Daarom zoeken wij – CAW Oost-Brabant – ook steeds naar fondsen om projecten te realiseren die strikt genomen niet onze wettelijke opdracht zijn, maar die voor ons – ook strikt genomen – wel noodzakelijk zijn om gepaste hulp te bieden aan maatschappelijk kwetsbare mensen.
Ik wilde hen dus vertellen over onze Bezoekruimte waar we proberen de relatie te herstellen tussen kinderen en hun ouders die in een moeilijke scheiding zitten. We wilden er graag een buitenspeelruimte creëren waar kinderen met hun papa of mama konden samen spelen, in alle vrijheid en rust, en zo al spelend terug vertrouwen in elkaar krijgen.
Daar stond ik dan, in een klasje vol negenjarige kindjes…met Anna daar ergens achterin.
Vechtscheiding in kindertaal
Ik vertelde hen over de liefde. Over hoe mooi die kan zijn, maar ook hoe moeilijk soms. En dat mensen mekaar soms ook veel pijn kunnen doen als ze mekaar niet meer graag zien. Ik had het over vechtscheidingen in kindertaal.
En terwijl ik echt met een gewrongen gevoel zat over hoe en vooral waarom zo’n zwaar thema vertellen aan zo’n lichte kindjes, gingen de vingertjes vrolijk omhoog.
Ian startte: Mijn papa is niet meer getrouwd met mijn mama en nu heeft die elke week een nieuwe vriendin (ze lachten allemaal).
Els: Mijn tante en mijn oom zijn gescheiden en mijn oom is altijd verdrietig. Ik mis mijn tante ook als ’t feest is.
Femke: Wij hebben de hond van de buren gekregen omdat die gingen verhuizen. Ze moesten hun huis verkopen omdat ze altijd ruzie hadden en daar niet meer wilden blijven wonen samen.
En dan kwam Saartje aan ’t woord. Ze zat vooraan, met vuurrood haar en een brilletje. Ze was fel als ze begon te vertellen: Mijn mama en papa maakten altijd ruzie. Mijn zusje en ik zaten dan boven in ons bed, we hoorden alles. Het geroep, het gehuil. We kropen bij mekaar in bed en weenden dan altijd, want we waren zo bang. Ze waren zo boos op mekaar. En dan is papa weggegaan. Ik vind dat heel erg, maar ik ben wel heel blij dat er geen ruzie meer is.
Niet mogen vertellen
Ondertussen zweeg Anna de hele tijd. Ze zat te pulken aan haar vingertjes en zag bleek.
Maar plots stak ze haar hand strak rechtop en resoluut de hoogte in. In tegenstelling tot haar houding waren haar woorden stil: Mijn mama en papa zijn ook niet meer samen. Ik woon nu bij mijn oma en ik vind dat heel erg. Ze begon te wenen.
Maar Anna, zei de juf ontdaan, waarom heb je me dat nog niet verteld? Omdat mijn papa niet wil dat ik dat doe, zei Anna, want dan gaan alle mensen daarover praten.
En terwijl ik daar maar wat stond, kroop Saartje uit haar bankje en ging naar Anna toe. Ze pakte haar vast, en knuffelde haar heel dicht.
Dit is de wijsheid van kinderen onder elkaar.
De kracht van kinderen
Dit is wat er gebeurt als je met kinderen praat over wat in hun leven gebeurt, over mooie blije dingen, maar ook over verdrietige, moeilijke dingen. Die kunnen dat verdorie veel beter dan wij.
Om met kinderen te werken rond moeilijke thema’s maakten wij een boek. ‘Mijn leven als superheld’ is een doe- en leesboek voor kinderen vanaf 8 jaar, met tal van prikkelende invulopdrachten die hen doen stilstaan bij de kleine en grote dingen uit hun eigen leven en de veerkracht die ze in zich hebben. Het verhaal raakt aan verschillende moeilijkere thema’s die te maken hebben met thuisloosheid; echtscheiding, familiaal geweld, verslaving, maar evengoed vriendschap, troost en hoop.