Geen dak boven je hoofd
Mijn naam is Myra. Ik ben geboren in de Filipijnen. In mijn geboorteland had ik een zwaar leven, ik ben mijn ouders verloren en werd door mijn grootmoeder als meid behandeld. Ik had er buiten mijn zus niemand.
Via internet raakte ik in contact met een man uit België. Hij was wat ouder dan ik, maar hij was heel lief en zorgzaam. Ik werd verliefd op hem. Ik zag hem als een prins op een wit paard. Al snel trouwden we, en nam hij me mee naar Belgïe waar hij me een beter leven beloofde.
“Ik kwam terecht in grote armoede, raakte geïsoleerd en werd het slachtoffer van geweld.”
In Belgïe bleef er echter van mijn prins niet meer veel over. Ik kwam terecht in grote armoede, raakte geïsoleerd en werd het slachtoffer van geweld. Verschillende keren ben ik door hem verkracht en liep ik breuken of blauwe plekken op. Ik bleef hopen dat het ooit zou veranderen. Maar helaas…
Toen ik op een dag opnieuw mishandeld werd, ben ik gaan praten met de wijkagent. Dit deed zo veel deugd, ik kon mijn hart eindelijk luchten. Mijn man was hier echter niet blij mee en gooide me met al mijn kleren letterlijk op straat. Daar stond ik dan, dakloos in mijn nieuwe thuisland.
“De dag dat ik in het opvangcentrum aankwam had ik een comfortabel en aangenaam gevoel.”
Eerst werd ik ondergebracht in een vluchthuis maar toen het grootste gevaar rond mijn geweldsituatie geweken was kwam ik terecht in het vrouwenopvangcentrum. De dag dat ik in het opvangcentrum aankwam had ik een comfortabel en aangenaam gevoel. Ik kreeg een rondleiding in het gebouw en kreeg te horen dat ik me geen zorgen moest maken, dat ik er veilig was. Dit waren woorden die ik voordien nog niet had gehoord.
Op dat moment was ik nog te bang om een nieuw leven te beginnen, ik kon niemand vertrouwen buiten mezelf. Ik was bang dat mijn ex-man mij zou achtervolgen. Het enige dat me toen interesseerde was dat ik zo ver mogelijk van mijn verleden vandaan was, zodat ik aan een nieuw begin kon denken. Ik was gebroken, zowel in mijn hart als in mijn gedachten. Ik geloofde niet meer in mezelf.
“Mijn innerlijke stem overtuigde me er echter van dat het beter was om de stap te zetten naar de scheiding.”
Samen met mijn begeleidster keek ik wat ik wou doen met mijn leven. Ik wou opnieuw beginnen en daarvoor moest ik mijn echtscheiding aanvragen. Het was geen gemakkelijke stap voor mij om te scheiden van mijn ex-man, omdat ik toen – ondanks het geweld – nog steeds aan hem dacht. Mijn innerlijke stem overtuigde me er echter van dat het beter was om de stap te zetten naar de scheiding. Ik gaf mijn volledige aandacht aan mijn echtscheiding. Zo probeerde ik voor mezelf opnieuw het goede pad te vinden.
Mijn begeleidster stond de hele periode van mijn echtscheiding aan mijn zijde en hielp me met mijn administratie en met de financiële regeling van de scheiding. Ze gaf me kracht. Ik werd er geholpen om mijn zelfvertrouwen terug te vinden en ik had af en toe zelfs een glimlach op mijn gezicht.
Tijdens het scheidingsproces slaagde ik er in om nieuw werk te vinden en kon ik een beetje geld sparen voor de toekomst.
“Ik zal de vrouwenopvang nooit vergeten”
Het was een zware uitdaging voor mij maar op een dag besliste ik om te vertrekken uit het opvangcentrum. Ik was er klaar voor en ik was sterk genoeg om een nieuw leven te beginnen. Door mijn vertrek kon ik ook de kans geven aan een andere vrouw om opgevangen te worden.
Ik zal de vrouwenopvang nooit vergeten. Ik kan niet alles neerschrijven, maar het blijft voor altijd in mijn gedachten.
Nu leef ik samen met mijn nieuwe vriend, we hebben onlangs een huisje gekocht en ik heb goed werk. Ik werk er ondertussen al meer dan 3 jaar. Ik ben terecht gekomen bij een goede, vriendelijke familie, mensen met een warm hart.
“Het voornaamste is dat ik ook trots op mezelf geworden ben.”
Ik heb nog steeds af en toe contact met mijn begeleidster van toen. Bij belangrijke momenten in mijn leven is zij altijd één van de eerste mensen aan wie denk. Ik breng haar nog steeds op de hoogte van de stappen die ik zet. Ze is zeer trots op me maar het voornaamste is dat ik ook trots op mezelf geworden ben.