Getuigenis: Het CAW heeft me een nieuwe start gegeven

P. vertelt je hoe hij de kluwen in zijn leven aanpakte nadat hij de stap naar het CAW zette voor hulp. Met vragen en problemen kan je altijd terecht in het Onthaal in je buurt.

 

Eigenlijk was ik al een flinke tijd op de sukkel. Deels door tegenslagen, deels door foute beslissingen. Maar je moet flink zijn. Meedraaien op de kermis van het leven. Je moet je goed vasthouden want in een knip val je van die mallemolen. En dat overkwam me. Ik viel in een oneindig diep gat en geen handvat te bespeuren om me vast te houden of me af te remmen. Tot ik neerplofte. Een crash.

Maandenlang ben ik blijven liggen. Ik zag geen licht meer. Het laatste greintje hoop ebde weg. Nee, ik kon niet langer flink zijn. Naar buiten komen was al een vreselijke opgave. Ik deed nog enkel de meest noodzakelijke boodschappen om me dan weer in de zetel neer te ploffen met de televisie als gezelschap. Tot ik weer sliep, uren aan een stuk. Ik vermeed mijn vrienden en familie. En was ik al eens in hun gezelschap eindigde het vaak in ruzie alsof zij de schuld waren van al mijn ellende.
Tegenslagen en verkeerde beslissingen. Die waren de oorzaak van alle miserie. Maar ik kon dat niet meer inzien, beseffen of begrijpen. Mijn hersenen sloegen tilt.

Tot iemand me vertelde over het CAW. Ik googelde het later die dag en probeerde te lezen wat er stond. ‘Ach ik bel ze even, het maakt eigenlijk niet meer uit’, dacht ik nog. En ik belde.

Het intakegesprek. Ik fietste erheen en allerlei beelden kwamen me voor de geest. Van geitenwollen sokken tot afgedankte psychologen, van pseudo-intellectuele prietpraat tot vals klinkend mantra-gezoem. En na een stevige slok water zat ik plots voor K., een gewone man. K. keek me aan en zei simpelweg ‘vertel eens, wat lukt er niet?’. En alsof een geestelijke etterbuil losbarstte, vertelde ik anderhalf uur lang. Ik kwam adem tekort, K. een paar A4’tjes. ‘OK’, zei K., ‘een flinke boterham. Maar geef me even tijd om je te koppelen aan de juiste mensen hier bij het CAW. Maandag bel ik je terug en gaan we samen aan de slag om dat kluwen te ontwarren’.

Ik fietste naar huis met een zeer belangrijk inzicht. Al mijn problemen waren met elkaar verbonden maar door omstandigheden in een vreselijk kluwen geraakt. Geen mens kan dat alleen ontwarren, laat staan oplossen. Ik voelde dat ik bij het juiste adres had aangeklopt: het CAW.

De eerste stappen. Op maandag belde K. Een man van zijn woord. Diezelfde week nog kreeg ik bezoek aan huis. Een jonge kerel die bij een kop koffie even kwam kijken of het me een beetje lukte in het huishouden. Op woensdag had ik al een gesprek met een hulpverlener. Het werd opnieuw een lange babbel maar tijdens het gesprek voelde ik dat het kluwen van problemen stilaan ontrafelde.
Alles kreeg een plekje, een kleur. Financiële problemen, het niet vinden van werk, een onmogelijke liefde, een ijskoude eenzaamheid, verstoorde relaties met familie en vrienden. Ik kreeg overzicht en inzicht. Het was niet langer een warboel. Alles was benoembaar en tastbaar. En als je alle problemen geordend ziet, dan zie je dat je probleem per probleem kan oplossen. Geen eenvoudige opdracht maar wel een doenbare. Met tijd, geduld, doorzettingsvermogen en bovenal de hulp van het CAW.

Kleur per kleur. Zo kon ik het aan. Je kan niet alles in één keer oplossen. Maar door de structuur en het perspectief van het kunnen oplossen van al die hoopjes ellende hervind je de kracht en energie. Ik solliciteerde weer met enthousiasme en zelfvertrouwen en plots had ik weer een prachtjob. Hopla, een kleurtje weg! Een mooie job maakt je weer trots. Mijn familie en vrienden genoten van mijn ‘nieuwe ik’. Ik straalde weer en kon weer vechten. Nieuwe collega’s, nieuwe contacten. Alle verstoorde relaties zijn hersteld. En ja hoor, weer een kleurtje weg.

De laatste loodjes en de opvolging. Ik zit in de laatste rechte lijn van de schuldbemiddeling. Nog een tweetal maanden en ook dat kleurtje kan weg. Ik durf weer dromen van mijn interieur te kunnen opknappen. En in de verte zie ik ook al een tropisch eiland. Maar ik ben ook bang dat nieuwe onvoorspelbare tegenslagen me zomaar ‘terug naar start’ kunnen gooien. Ik ben dan ook dankbaar dat ik straks als de doos met wol leeg is, mag blijven gaan naar het CAW. Want weet je, daar werkt nu een straffe madam die graag heeft dat het verder goed met me gaat. En ik voel me veilig dat ik iemand heb die luistert en raad geeft met een glimlach en me telkens met een woord van hoop uitzwaait. Ik noem haar nu mijn nieuwe bezorgde toekijkende zus. Als dat geen geschenk is!

Had ik maar sneller aangeklopt…. Hartelijk dank.

P, 52 jaar