Getuigenis

Hier ben ik. Ik ben Ward en ik ben mens.

Ward is 65 jaar en al 13 jaar vrijwilliger bij het CAW. Hij begon bij een werking voor mannelijke en transgender sekswerkers (Boysproject) en is sinds vijf jaar ook actief in een inloopcentrum voor Dak- en thuislozen (De Steenhouwer).

“Een mens moet in beweging blijven!”

Waarom ben je begonnen met vrijwilligerswerk?

Ik heb mijn hele professionele loopbaan in de economische sector gewerkt en ik kreeg de gelegenheid om op mijn 52 jaar met pensioen te gaan. Veel mensen waren daar jaloers op, maar ik vind dat niets om jaloers op te zijn. Al je vrienden, kennissen en familie zijn immers aan het werk en jij zit dan alleen thuis… Dat is niet goed. Een mens moet in beweging blijven.

Toen ik stopte met werken, heb ik eerst allerlei karweitjes opgeknapt thuis. Toen dat klaar was, ben ik op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk. Enerzijds om mij bezig te houden en mij belangrijk te voelen binnen de maatschappij. Anderzijds om iets terug te doen voor de maatschappij en mij in te zetten voor de mensen die ik tegen kom.

Hoe ben je  bij het CAW terecht gekomen?

Via verschillende websites kwam ik bij het CAW. Ik wou met mensen werken en ontdekte dat zij een groot aanbod hadden.  Eerst heb ik een paar maanden tijd genomen om hun vrijwilligersaanbod beter te leren kennen. Ik kende het CAW toen nog niet.

“Ik heb niet veel te vertellen, maar hier ben ik, ik ben mens en ik ben Ward. Meer kan ik u niet aanbieden, u ziet maar.”

Ik kwam telkens terug uit op hetzelfde: het Boysproject. Ik heb dan een afspraak gemaakt voor een soort sollicitatiegesprek. Nu moet je weten dat ik in heel mijn leven maar één keer heb moeten solliciteren. In onze generatie was het nog zo dat je ergens begon te werken en daar tot het einde van je loopbaan bleef. Ik heb dan ook gewoon gezegd: “Ik heb niet veel te vertellen, maar hier ben ik, ik ben mens en ik ben Ward. Meer kan ik u niet aanbieden, u ziet maar.” In het gesprek kreeg ik toelichting over het CAW, wat het Boysproject inhield, welke doelgroep daar kwam, … Dat sprak mij allemaal sterk aan en dan ben ik eraan begonnen.

Wat doe je precies?

Ik neem deel aan de teamvergaderingen en help tijdens de drop-in (een inloopmoment). Verder doe ik nog veel dingen van thuis uit. Ik ben nogal actief met de computer: verslaggeving, uurroosters, de website en Facebook up to date houden, …

Bij het inloopcentrum ben ik 1 keer per week actief. Dan sta ik daar de hele voormiddag achter de toog. Er komen vooral mensen die eenzaam zijn: daklozen, drugsverslaafden, mensen die gezelschap zoeken. Ze kunnen er een ontbijtpakket komen halen en  ‘s middags kunnen ze er nog komen eten. Ondertussen krijgen zij ook hulpverlening van de vaste medewerkers die aanwezig zijn.

Wat maakt vrijwilligerswerk zo waardevol voor u?

Werk is een belangrijke zingever en het brengt enorm veel sociale contacten. Als je professioneel niet meer actief bent, moet je oppassen dat je niet in een zwart gat terecht komt. Als je  vrijwilligerswerk vindt dat je aanspreekt, heb je opnieuw het gevoel iets te betekenen voor de maatschappij.

Ook voor mij persoonlijk levert het veel op. De collega’s zijn bijna allemaal rond de dertig en ik leer veel van hen. Inmiddels bestaat het Boysproject al vijftien jaar en ik ben er dertien jaar geleden ingestapt… ik ben dus zowat de levende geschiedenis (lacht).

“Het is zó waardevol je sociaal te engageren!”

Het allerleukste aan vrijwilligerswerk binnen het CAW is dat je met mensen bezig mag zijn. Het is zó waardevol je sociaal te engageren! Je bent met zeer ernstige en serieuze dingen bezig en tegelijkertijd scheppen we hier een ontspannen en humoristische sfeer met de collega’s. Dat is prachtig.

En je betekent echt iets voor de cliënten. De gemiddelde leeftijd van de cliënten hier ligt rond de vijfentwintig jaar. Zij beschouwen mij een beetje als ‘de bompa’ en ze komen dan ook voor bepaalde vragen eerder naar mij.

Wat is er minder leuk aan vrijwilligerswerk?

Ik vind niet direct iets negatiefs. Het betekent niet dat het altijd vanzelf ging. Ik kom namelijk uit de economische sector en dat is helemaal anders dan de sociale sector. Ik ben nogal direct in mijn manier van aanpakken en misschien was ik toen ik begon wat té oplossingsgericht. Ik heb wel wat moeite gehad om daarin te komen. Maar negatief is dat niet, want het is voor mijzelf een mooi groeiproces geweest.

“Het is voor mijzelf een mooi groeiproces geweest.”

Zou je anderen aanraden vrijwilligerswerk te doen?

Absoluut!  Als je kan en als je interesse hebt: DOEN! Want zo blijf je bezig. Het houdt je gezond in je hoofd en bovendien zet je je in voor andere mensen. Win-win!

Als je zoekt, vind je zeker iets dat je leuk en interessant vindt. Het is gewoon een kwestie van de stap zetten, een afspraak maken en eraan te beginnen.