Getuigenis

Het verhaal van Ulkuhan Yar

“Misschien kan ik de onrechtvaardigheden in mijn eentje niet overwinnen. Maar ik wil andere
vrouwen, die gelijkaardige moeilijkheden meemaken, inspireren en een stem voor hen zijn. Wie weet brengt het positieve verandering in hun leven.”

Van een droom naar een staatsgreep

Alles was normaal in mijn leven. Ik ben opgegroeid met idealistische denkbeelden. Mijn vader was mijn grootste idool. Mijn twee belangrijkste waarden – eerlijkheid en behulpzaamheid – dank ik aan hem. En mede dankzij zijn aanmoediging had ik een mooie carrière uitgebouwd in Turkije. Ik haalde een universitair diploma en werd leerkracht, wat altijd mijn grote droom was…

En toen was er plots de militaire staatsgreep op vrijdag 15 juli 2016. Vanaf dat moment was het leven voor niemand in Turkije nog hetzelfde. De coup was gericht tegen de intelligentsia. Wie in de oppositie zat, werd gearresteerd en ging naar de gevangenis. 

“Die ochtend vielen bijna tien politieagenten brutaal mijn huis binnen.”

Brutale inval

Die vrijdagochtend vielen bijna tien politieagenten brutaal ons huis binnen. We wisten niet wat ze zochten. Ze hebben mijn man gearresteerd. Voor de ogen van onze kinderen. Ze namen hem mee en sloten hem zonder reden of officiële aanklacht op. Ze zeiden dat mijn man een terrorist was. Maar er was geen enkel bewijs. Ze hebben niets gevonden in ons huis.

Mijn man knuffelde de kinderen en zei: “Wacht maar. Ik kom terug.” Mijn kinderen huilden van angst. Ze zijn getraumatiseerd door de genadeloze arrestatie. Ik zie nog steeds de angst in hun ogen. Tot de dag van vandaag is mijn man niet teruggekomen. Ik mocht hem maandenlang niet bezoeken. Mijn kinderen vroegen elke dag: “Wat heeft onze vader gedaan?”, maar ik had helaas geen antwoord.

Ik was zeker dat de politie zou terugkomen om ook mij te arresteren. Wie tegen het Erdogan regime is werd – en wordt nog steeds – opgepakt. Er werden elke dag meer en meer mensen gearresteerd, zelfs mijn collega’s van school, inclusief hun pasgeboren baby’s. Ik moest dus een grote, belangrijke beslissing nemen: samen met mijn kinderen het land verlaten. Zo snel mogelijk.

Het was de moeilijkste beslissing van mijn leven. Maar ik wou de toekomst van mijn kinderen niet in gevaar brengen door zelf in de cel te belanden. Dus ik vertrok. Ik heb mijn man in dat vreselijke land moeten achterlaten.

“Ik heb mijn man in dat vreselijke land moeten achterlaten.”

België: een geluk bij een ongeluk

Mijn grootste geluk was dat we konden vluchten naar België. Ik heb zowel de Turkse als de Belgische nationaliteit omdat ik in België geboren ben. Dus ik twijfelde niet en ging over tot actie: ik verkocht onze auto’s, sloeg al onze bezittingen op in een magazijn en regelde alle officiële documenten die nodig waren voor de reis. We hadden alleen het geld van de verkochte auto’s, omdat onze bankrekeningen geblokkeerd waren. Een week later vertrokken we naar België. Ik voelde me ontzettend hulpeloos. 

Toen ik in België aankwam, hoorde ik dat de politie in Turkije mij was komen zoeken. Ik was dus net op tijd gevlucht. En nu stond ik hier. In België… ik sprak de taal niet, kende de wetten niet en had geen inkomen. Maar niets kon mij tegenhouden en ik schreef me in voor verschillende cursussen Nederlands. Ik kreeg ook hulp van het OCMW. Iets dat voor mij, als zelfstandige en hardwerkende vrouw, heel moeilijk was. Het druist in tegen mijn principes. Maar ik kon niet anders.

Ik begon te werken in het artikel 60 statuut, als bediende in Vouwencentrum Alma. Tijdens de eerste lockdown moest iedereen daar telewerken. Maar het OCMW stond thuiswerk niet toe. Ik kreeg daarom ‘dienstvrijstelling’. Maar na een tijdje kreeg ik telefoon van het OCMW met de boodschap dat ik moest overschakelen van het bediende- naar een arbeidersstatuut. Op die manier kon ik ergens gaan poetsen. Als ik dat weigerde, zou ik mijn inkomen verliezen. 

Gelukkig wist ik dat dat zomaar niet kan. Ik protesteerde en kreeg uiteindelijk gelijk. Maar het raakte mij diep. Het voelde alsof ik een nummer was in plaats van een mens. Anderen die in dit statuut werken zijn misschien minder mondig als ik en minder goed geïnformeerd. Ik maak mij zorgen om hen.  

 

Alleenstaande moeder in Coronatijden

Ik werk dus nog steeds bij Alma. Ik doe mijn werk graag. Maar het artikel 60 statuut is lastig voor een alleenstaande moeder in coronatijd. Als mijn kinderen verkouden zijn of als de klas in quarantaine moet, blijven ze thuis. Er is geen corona-ouderschapsverlof in dit statuut en telewerken mag niet of nauwelijks. Ik heb 20 verlofdagen per jaar en dat is niet genoeg. Het geeft me veel stress om mijn alleenstaand moederschap te combineren met een voltijdse baan. Halftijds werken mag ik niet…. Ik voel me gevangen in dit systeem.

Door alles wat ik meemaakte ben ik lange periode uitgevallen. Ik gebruik ook antidepressiva. De stress werd me teveel. Het OCMW raade me aan thuis te blijven. Volgens hen kon ik dan ziekte uitkering krijgen via de mutualiteit. Maar dat bleek niet te kloppen, waardoor ik in de maand december geen inkomen had. Ook dat gaf veel stress. Uiteindelijk betaalde het OCMW een leefloon voor deze periode, ook al kwam dat te laat. Ik heb geen andere keuze dan sterk te blijven voor mijn kinderen.

Hoop

Ondanks alle ellende koester ik hoop voor de toekomst. Ik kreeg de kans om in Alma te werken. Een behulpzame organisatie die vrouwen ondersteunt wanneer ze moeilijkheden ervaren bij het integreren in onze maatschappij. Precies zoals ik. Geen enkele vrouw hoeft in haar eentje tegen het leven te vechten zolang Alma er is. Dankzij hen voel ik me niet alleen. Daar ben ik hen bijzonder dankbaar voor.

Tekst: Ulkuhan Yar