"Kinderen ervaren een hoop negatieve effecten van een ouder in detentie. We moeten daar veel meer aandacht voor hebben."

Wat zou jij je kind vertellen als je partner aangehouden wordt en naar de gevangenis moet of veroordeeld wordt en lange tijd gedetineerd is? Zou er in jouw gezin een taboe zijn om erover te praten? Vind je de gepaste hulp om je te ondersteunen?

Op een willekeurige dag zijn er in Vlaanderen naar schatting 9000 kinderen waarvan hun ouder in detentie verblijft. Deze kinderen worden vaak niet gezien of gehoord terwijl zij geconfronteerd worden met gevoelens van schaamte, schuld, verdriet en eenzaamheid. Daarnaast moeten ze zich aanpassen aan een nieuwe gezinssituatie en bevinden ze zich vaak in een loyaliteitsconflict tussen hun ouders. Er is voor hen een nood aan proactief en aanklampend werken.

CAW biedt die psychosociale hulp. Zo werkt Justitieel Welzijnswerk van CAW in en rond detentie en kunnen deze kinderen ook een beroep doen op JAC, het jongerenaanbod van CAW. Daarnaast werken we samen met heel wat partners aan emotionele ondersteuning en contactherstel. Maar we zouden nog veel meer kunnen doen.

Een gesprek met Bart Claes, algemeen directeur van CAW Groep en houder van het Lectoraat Transmuraal Herstelgericht Werken bij het Centre of Expertise Veiligheid en Veerkracht en Wim Duerloo, inhoudelijk directeur van CAW De Kempen.

We schrijven naar schatting 9000 kinderen. Dus het exacte aantal kennen we niet?

Bart Claes: Dat komt omdat we nog geen systemen hebben in de strafrechtsketen om dat precies te meten. Kinderen met een ouder in detentie zijn nog onvoldoende zichtbaar als groep. We weten nog weinig over wie die kinderen zijn, wat ze precies nodig hebben en op welke manier wij de hulpverlening precies moeten organiseren om tegemoet te komen aan hun behoeften. Ook de noden van de achterblijvende ouder zijn vaak nog niet gekend. Dat onderzoek is hier in Vlaanderen nog zeer beperkt.

“De gezinssituatie verandert, er is een financiële impact, we zien het loyaliteitsconflict… De impact op kinderen is zeer groot.”

In het buitenland is er al wel onderzoek gedaan. Wat weten we over de vragen en noden die deze kinderen hebben?

Bart Claes: Kinderen ervaren een hoop negatieve effecten van een ouder in detentie. Ze komen niet enkel daaruit voort. Een groot aantal problemen bestaat ervoor al, maar worden door de detentie erg versterkt. Denk aan de gevolgen op de cognitieve ontwikkeling. We zien vaker slechtere schoolprestaties, spijbelen en schooluitval en ook meer leerproblemen. Er is ook een impact op hun emotionele ontwikkeling: een grotere kans op depressieve gevoelens, angstig zijn, slaapproblemen of traumaklachten. Ook het sociaal functioneren staat onder druk. Kinderen schamen zich vaak voor hun vader of moeder in detentie, of ervaren sociale uitsluiting, pestgedrag op school of in de sportclub. En dan is er nog het feit dat kinderen zich vaak spiegelen aan hun ouders. Als je vader of moeder in detentie zit, geeft dat vaak ook een negatief zelfbeeld.

Wim Duerloo: Daarnaast wegen ook de gevolgen voor het gezin op de kinderen: de gezinssituatie verandert, er is een financiële impact, we zien het loyaliteitsconflict… Dat maakt de impact op kinderen zeer groot. Tegelijk is het ook een complex gegeven, omdat kinderen soms ook slachtoffer zijn van feiten die door papa of mama zijn gepleegd.

Stel: mijn man wordt thuis plots opgepakt door de politie en aangehouden. Word ik dan ondersteund? Waar kan ik dan terecht?

Wim Duerloo: Je kan met elke hulpvraag terecht bij CAW. Sowieso zullen we je verder helpen bij het onthaal. De CAW met een dienst Justitieel Welzijnswerk, hebben de decretale opdracht om je te ondersteunen, als partner of als familielid van iemand in detentie. We informeren de gedetineerden dat dit aanbod voor hun familie bestaat.

Vaak komt de vraag van de gedetineerde zelf die bijvoorbeeld met vragen zit rond ouderschap of problemen ervaart om de kinderen in de gevangenis nog te kunnen zien. Het gebeurt veel minder dat mensen ons zelf contacteren omdat hun partner in de gevangenis zit en ze psychosociale ondersteuning zoeken. En kinderen zijn daarin helemaal een moeilijk bereikbare doelgroep. Er spelen zaken zoals stigmatisering, isolatie en schuld en het taboe dat in de samenleving heerst op detentie. Dat maakt het niet evident om naar de hulpverlening te stappen.

We krijgen wel heel wat doorverwijzingen van politie en justitie, maar daar zie ik graag meer structurele afspraken om ons aanbod proactief bekend te maken, bijvoorbeeld wanneer iemand gearresteerd wordt of zich in de gevangenis moet aanmelden.

Stel: mijn kind heeft vragen over zijn ouder in de gevangenis. Ik weet dat ik bij CAW terechtkan en bel jullie. Wat gebeurt er dan?

Wim Duerloo: We helpen je verder op maat. In het begin is dat vooral informeren: over wat het betekent, hoe alles in zijn werk gaat en wat je kunt verwachten als je ouder aangehouden is of in detentie zit. Het is belangrijk om duidelijke en eerlijke antwoorden te geven en hen goed voor te bereiden op het eerste bezoek. Er kan ook nood zijn aan ondersteuning bij het vinden van nieuw evenwicht in hun thuissituatie, bij het vertellen op school of aan vrienden, en bij het vormgeven van de complexe relatie met de gedetineerde ouder.

Naast de arrestatie zijn er nog moeilijke momenten waarop ze ondersteuning vragen, bijvoorbeeld wanneer de ouder wordt overgeplaatst naar een andere gevangenis of (gedeeltelijk) vrijkomt. En er is ook behoefte aan praktische ondersteuning: vervoer naar gevangenis, aanwezigheid tijdens bezoekmomenten want de ouders zijn vaak gescheiden of in een conflictueuze relatie verwikkeld. Kinderen hebben ook nood aan een vertrouwenspersoon. Een gesprekspartner om over hun zorgen te praten.

“Wat kan je als professional doen? Zichtbaar maken dat je er bent en er wil zijn voor de ander.”

Waar kan je als professional die in een school, sociaal huis, jeugdbeweging … werkt, oog voor hebben?

Bart Claes: Rond detentie zit veel stigma en schaamte. De kinderen gaan naar school, naar de jeugdbeweging, ze krijgen vragen van de buren. Soms merk je als professional of gewoon als buur of kennis dat iemand die dicht bij je staat zo een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt. Dat kan de aanhouding zijn thuis, een verhoor, een bezoek aan papa of mama in de gevangenis. Na zo een gebeurtenis kunnen kinderen of de achterblijvende ouder last hebben van emoties en stressklachten, normale reacties op de situatie.

Stressklachten die je misschien herkent zijn bijvoorbeeld spanning, hoofdpijn, snel schrikken, vermoeidheid en slecht slapen, verlies van geduld of huilbuien. En wat kan je dan zelf doen? Zichtbaar maken dat je er bent, dat je de ander ziet en er wil zijn voor de ander door een vraag te stellen als ‘Ik zie dat je je verdrietig voelt’, dat je checkt wat iemand wil of nodig heeft, en dat je vertelt wat je zelf ervaart.

Wat is de impact van detentie op ouderschap?  

Wim Duerloo: Een arrestatie of vrijheidsberoving heeft een grote impact op het hele gezin. We zien gevoelens van schaamte, rouw en verlies. Want ook het ouderschapstraject stopt als het ware. Wie neemt welke rol en verantwoordelijkheid als ouder op? Wat met de opvoeding? De achterblijvende ouder moet nieuwe evenwichten zien te vinden binnen het gezinssysteem en kinderen moeten zien om te gaan met die vaak verstoorde gezinsdynamiek.

Bart Claes: Uit onderzoek weten we dat een ouder in detentie heel wat negatieve gevolgen ervaart. Zo is er verlies van sociale steun, van de partnerrelatie en van het contact met kinderen. Er is het gemis van de kinderen, er zijn gevoelens van depressie, angst, boosheid en bezorgdheid. Ook de ouderrol wijzigt: je bent minder aanwezig en kan minder sociaal of financieel steunen. Vergeet ook niet dat het leven in een gevangenis ook een grote impact heeft. Velen komen, zeker in de beginfase, in een overlevingsstrategie terecht. Gedetineerde ouders vinden het vaak lastig om hun vader- of moederidentiteit vorm te geven binnen de gevangeniscontext.

“Ook de ouderrol wijzigt: je bent minder aanwezig en kan minder sociaal of financieel steunen. En ook het leven in een gevangenis heeft een grote impact.”

Contactherstel met de ouder in detentie is belangrijk. Waarom?

Bart Claes: Wanneer er een ondersteunend sociaal netwerk is rond de gedetineerde, heeft dat een enorme impact heeft op het vermijden van recidive. In Nederland heeft men aan de vijf basisvoorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidstelling een zesde toegevoegd: het herstel met het sociaal netwerk. Dat zegt iets over het belang dat er gehecht wordt aan dat herstel. Je merkt dat het ook voor het kind enorm helend kan zijn. Herstel van de relatie tussen kind en de ouder in detentie heeft alleen maar positieve effecten. Je werpt bovendien een dam tegen negatieve intergenerationele overdracht.

Leg dat eens uit.

Bart Claes: Intergenerationele overdracht betekent het doorgeven van bepaalde kwaliteiten, eigenschappen of problemen aan de volgende generatie. Die overdracht kan positief zijn; als een kind dat veilig gehecht is later als vader of moeder zelf ook een veilige hechting aan zijn of haar kinderen doorgeeft, is er sprake van positieve intergenerationele overdracht.

Als het over detentie gaat, zien we dat de kans dat een kind van een ouder in detentie ook in de criminaliteit verzeild geraakt, drie keer hoger is dan voor kinderen zonder een ouder in detentie. Investeren in het herstel van de relatie ouder-kind  heeft dus een positieve invloed op die intergenerationele overdracht. Je moet dus niet alleen de ouder in detentie ondersteunen en zorgen dat die niet recidiveert, maar ook proberen te werken aan het herstel van de relatie met de kinderen. Niet alleen voor het welzijn van kinderen in het hier en nu, maar ook omdat je zo mee vermijdt dat ze in de voetsporen van de gedetineerde ouder stappen.

Wim Duerloo: Ik denk dat er daar in ons land nog veel winst te boeken is. Het is niet alleen een groep die nog wat onder de radar zit, het gaat vaak ook om kinderen en jongeren in de bijzondere jeugdzorg of pleegzorg. Dan komt het aan om samen met andere partners te werken en onze expertise in te zetten omdat we heel goed weten wat die impact is. We hebben heel veel ervaring met werken met ouders in detentie, maar ook ervaring met het werken met de kinderen rond dit thema.

“Het herstel met het sociaal netwerk is in Nederland een voorwaarde voor voorwaardelijke invrijheidstelling.”

Hoe doen we dat concreet?

Wim Duerloo: We proberen binnen alle werkingen van CAW-aandacht te hebben voor het kind vanuit de brede kindreflex, maar ook voor het sociale netwerk, de familiereflex als het ware. Familie is niet alleen belangrijk voor de gedetineerde, maar ook voor het gezin en alle mensen daarrond. Het algemeen welzijn van al die mensen gaat erop vooruit als er contact is.

Onze trajectbegeleiders in de gevangenissen inventariseren dat netwerk en proberen het ook mee te betrekken in het traject van die gedetineerde. We hechten daar steeds meer belang aan. En je ziet ook in CAW allerlei projecten ontstaan om met die kinderen en het familiaal netwerk aan de slag te gaan. Dat gaat van het kinderbezoek mee ondersteunen, samenwerkingen met andere diensten zoals CLB, met het Agentschap Opgroeien en het maken van ondersteunend materiaal.

Zijn onze gevangenissen kindvriendelijk?

Wim Duerloo: Ik denk dat gevangenisdirecties steeds meer moeite doen om van de gevangenis een kindvriendelijke plek te maken en dat ze verder denken dan een gezellige bezoekruimte of een goede ontvangst van de kinderen, maar er ligt daar nog veel werk op de plank. Vanuit CAW proberen we wel de signalen te geven over wat ze nog meer kunnen doen. Dat gaat over hoe de bewaking handelt maar ook over de bereikbaarheid van gevangenissen, want dat is in landelijke omgevingen een groot probleem. Bezoekers moeten zich vaak een uur op voorhand aanmelden en dan in moeilijke omstandigheden wachten, de toegang naar de bezoekzaal verloopt via detectie en heel wat gevangenisdeuren. Dat is soms weinig kindvriendelijk.

Bart Claes: Gelukkig is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor. Naast het internationaal kinderrechtenverdrag, de kinderrechten, is er ook een Europese aanbeveling die ook België oproept tot een aantal acties rond hoe wij de dienstverlening in en buiten de gevangenis moeten organiseren. Als we specifiek kijken naar het gevangeniswezen, dan gaat het over maar liefst 35 aanbevelingen over de wijze waarop tijdens de detentie rekening gehouden moet worden met kinderen. Een andere aanbeveling is gericht op de monitoring en evaluatie van een kindvriendelijk beleid. En daar willen we als CAW samen met de partners ook onze verantwoordelijkheid in opnemen.

Wim, waar droom je van als het gaat over dit thema? Waar wil Justitieel Welzijnswerk van CAW over een paar jaar staan?

Wim Duerloo: Ik wens dat we nog meer families en naasten van gedetineerden kunnen bereiken en dat we samen met partners als OCMW, huisartsen, CLB’s, integrale jeugdhulp, CGG, Opgroeien, politie en justitie nog meer het verschil kunnen maken om deze mensen te bereiken en te begeleiden. Daarnaast zie ik graag middelen voor een psycho-educatief aanbod en voor lotgenotengroepen zowel voor de kinderen als voor de achtergebleven ouder. En maatschappelijk moeten we werk maken om het stigma te doorbreken, zodat mensen makkelijker de stap naar hulpverlening kunnen zetten.

Wat kunnen professionals precies betekenen voor kinderen en hun omgeving?

Bart Claes: Professionals zijn samen aan zet als het over dit thema gaat. Want het gaat over kinderen. Zij gaan naar school, naar de sportclub, de jeugdbeweging … Vandaag zijn professionals zoekende naar welke rol ze kunnen opnemen en hoe ze kunnen samenwerken om ook deze kinderen te kunnen laten opgroeien tot veerkrachtige burgers. Want kinderen waarvan hun ouder gedetineerd is, dat raakt alle professionals, over de grenzen van instellingen en domeinen heen. Dit is niet enkel een thema of opdracht voor de overheid, justitie, een gevangenis of CAW. Dit moeten we samen doen.

Interview: Annik Verheyen