Investeer meer in begeleiding tijdens detentie om recidive te voorkomen
Een op twee personen die vrijkomt uit de gevangenis, pleegt binnen de twee jaar opnieuw een nieuw misdrijf. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlandse Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Als CAW vragen we extra investeringen in trajectbegeleiding van gedetineerden. Om recidive te verminderen, om re-integratie te bevorderen én om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Dat schrijft algemeen directeur Bart Claes.
Een op twee personen die vrijkomt uit de gevangenis, pleegt binnen de twee jaar opnieuw een nieuw misdrijf. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlandse Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), dat al 7 keer een Monitor nazorg ex-gedetineerde personen publiceerde.
In het laatste onderzoek werden alle ex-gedetineerde personen die in 2017, 2018 en 2019 uitstroomden uit detentie gevolgd en is hun situatie onderzocht op het gebied van werk, inkomen, onderdak en schulden, net zoals de relatie met detentieduur en recidive. In Nederland keren jaarlijks zo’n 23.000 mensen na een periode in detentie terug in de maatschappij. Het gaat dus om een grote groep personen die in deze meting is meegenomen.
Problemen op het vlak van wonen, werk en relaties hebben invloed op recidive
Voor Vlaanderen hebben we geen exacte cijfers over recidive, maar kunnen we uitgaan van vergelijkbare cijfers en conclusies. Zo stelt deze monitor dat een grote groep personen zowel de gevangenis instapt als verlaat met één of meerdere problemen. Ongeveer 80% van de (ex-)gedetineerde personen heeft geen werk, 30% heeft geen inkomen, 30% heeft geen onderdak en 60% heeft geregistreerde problematische schulden. Wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen decennia laat zien dat problemen op deze levensdomeinen net samenhangen met het plegen van nieuwe misdrijven en dus met een hogere recidive.
Wat helpt dan wel om re-integratie te versterken en recidive tegen te gaan? Vooral stabiliteit in werk, onderdak en stabiele relaties zijn belangrijke factoren, zegt het onderzoek. In de Vlaamse gevangenissen hoor je in dat kader wel eens over het belang van de ‘3 W’s – ‘wonen, werk en wederhelft’ (vroeger had men het over ‘wijf’). Juist in de periode kort na detentie is de recidive hoog. Het slaan van een brug tussen binnen en buiten detentie is daarom cruciaal om recidive te vermijden.
Begeleiding vormt de brug van binnen de gevangenis naar buiten
In elke Vlaamse en Brusselse gevangenis werken trajectbegeleiders van CAW. Ze staan in voor de psychosociale hulpverlening aan gedetineerden en begeleiden hen van detentie naar buiten. Dat betekent dat ze werken aan alle domeinen die belangrijk zijn voor re-integratie in de maatschappij: werken aan huisvesting, dagbesteding zoals werk of opleiding, herstel van de relatie met kinderen, partner of gezin, aan mentaal welzijn, persoonlijke problemen en schuldproblematiek. Want problemen op één of meerdere levensdomeinen zijn vaak verbonden met elkaar. Het gebrek aan huisvesting is vaak gekoppeld met het ontbreken van inkomsten, schulden en een beperkt sociaal netwerk.
Wie een betekenisvol leven opbouwt, is minder vatbaar om opnieuw delicten te plegen.
Ex-gedetineerden die meer uren werken, langere tijd dezelfde baan behouden of terugkeren naar hun oorspronkelijk woonadres, hebben een lagere kans op recidive. Bevorderen van het welzijn van gedetineerden en zorgen dat zij stabiele en intensieve sociale relaties kunnen onderhouden, weerhouden hen van crimineel gedrag, wat ook bevestigd wordt in de resultaten van de monitor: wie een betekenisvol en geïntegreerd leven in de maatschappij opbouwt, is minder vatbaar om opnieuw delicten te plegen.
Een brede, integrale kijk op crimineel gedrag en rehabilitatie
Trajectbegeleiders van CAW werken dagelijks aan het bevorderen van het welzijn van gedetineerden en het verminderen van risico op recidive. Ze doen dit vanuit een brede, integrale kijk op crimineel gedrag en rehabilitatie. Zo brengen ze de huidige situatie van de gedetineerde in kaart en analyseren ze sterke punten, mogelijkheden en behoeften. Daarbij worden ook de mogelijke risico’s in kaart gebracht die kunnen leiden tot recidive. Structurele aspecten zoals huisvesting, werk/dagbesteding worden verbonden met persoonlijke aspecten zoals het herstel of versterken van het sociaal netwerk.
Spijtig genoeg kunnen we dit niet voor alle gedetineerden doen. Er zijn op dit moment nog steeds te weinig trajectbegeleiders om alle gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen de psychosociale hulp te bieden die bijdraagt aan het stoppen met misdaad. Als CAW vragen we dat de nieuwe Vlaamse regering extra investeert in trajectbegeleiding. Om recidive te verminderen, om re-integratie te bevorderen én om nieuwe slachtoffers te voorkomen.
Wil je meer weten?
- Lees meer over het WODC onderzoek
- Lees onze speerpunten voor een sterk welzijnsbeleid voor de Vlaamse en federale regering
- Lees onze nieuwsbrief rond dit thema