Het blijft frappant dat we als maatschappij die wooncrisis niet opgelost krijgen

De oplossingen voor de wooncrisis kan je samenvatten in vier punten, die je in een minuut uitgelegd krijgt. Dit had dus een heel kort interview kunnen worden, ware het niet dat Els Goossens en Piet Steenssens ook heel goed kunnen vertellen hoe maatschappelijk belangrijk die oplossingen zijn.

Beiden zijn ze beleidscoördinator wonen/ dak- en thuisloosheid bij CAW. Els in Oost-Vlaanderen, Piet in Antwerpen, met een werkingsgebied dat ver buiten de stad reikt.

Dat we die wooncrisis niet opgelost krijgen, blijft hen verbazen. Tegelijk is het hun drijfveer om te blijven ijveren voor structurele oplossingen, wetende dat CAW ondertussen dagelijks het verschil betekent voor zoveel mensen die dak- of thuisloos zijn of dat dreigen te worden.

Eerst een huis, de rest komt later

Els Goossens: Een vaste woonplek is het begin van alles. Als je dat niet hebt, zit je in een voortdurende overlevingsmodus. ‘Waar ga ik slapen? Wat doe ik met mijn spullen? Hoe blijf ik bereikbaar voor vrienden en familie? Waar vind ik eten? …’ Je bent de hele tijd bezig om op die vragen een antwoord te zoeken. Dakloos zijn raakt je ook in je eigenwaarde, want je maakt geen deel meer uit van de maatschappij. Officieel niet, want je hebt geen domicilie meer, maar ook niet voor je netwerk omdat je nog amper bereikbaar bent. 

Piet Steenssens: ‘Wooncrisis’, we horen dat woord zo vaak in het nieuws dat we niet meer stilstaan bij wat het betekent. Maar het gaat over een crisis op het thema wonen die duizenden mensen treft. Na de bankencrisis zagen we het aantal dak- en thuislozen stijgen. We zullen dat ook zien in deze energiecrisis. En toch slagen we er niet in om het hoger op de politieke agenda te krijgen. 

“Een vaste woonplek is het begin van alles. Als je dat niet hebt, zit je in een voortdurende overlevingsmodus.”

Els Goossens: Het kan toch niet zo moeilijk zijn om op zijn minst de mensen die op straat slapen een plek te geven zodat ze onderdak zijn? Er zijn zoveel organisaties en overheden op verschillende niveaus mee bezig en toch krijgen we het als maatschappij niet opgelost. Dat blijft me verbazen.

Piet Steenssens: Terwijl we door de dak- en thuislozentellingen heel objectief kunnen aantonen om hoeveel mensen het gaat en hoeveel het gaat kosten. Meer preventief werken en zorgen dat mensen niet thuis- of dakloos worden, zou ons als maatschappij veel besparen. Nu werken we vaak nog heel curatief en dat kost veel geld in de reguliere opvang, de nachtopvang maar ook aan de ziekenhuizen waar mensen op spoed passeren of in de psychiatrische ziekenhuizen waar mensen even afkicken van hun verslaving. 

Els Goossens: Geef die mensen een huis en voorzie de nodige begeleiding. Dat zal naast de meest humane ook de meest goedkope oplossing zijn op lange termijn. Er bestaan nu wel projecten, zowel op lokaal, Vlaams als federaal niveau, maar dat gaat vaak over een korte termijn, voor heel specifieke doelgroepen en vaak heel kleinschalig. Er is nood aan een langetermijnvisie. Ondertussen staan 180000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Een kwaliteitsvolle woning huren op de privémarkt, kost je op dit moment tussen 800 tot 900 euro. Probeer dan maar eens menswaardig te leven met een leefloon van 1200 euro. 

Vier punten als oplossing

Piet Steenssens: Voor de 20 procent onderste inkomensgrens is het momenteel bijna onmogelijk om op de reguliere woningmarkt nog een woning te vinden. Een op drie vragen die we momenteel bij CAW krijgen, heeft betrekking op het thema wonen of woonondersteuning. Als oplossing zien we vier punten. Een: meten is weten, twee: zorg voor meer woningen, drie: investeer meer in woonondersteuning en in preventie om zo dak- en thuisloosheid te voorkomen. Studies tonen aan dat dat zichzelf terugverdient. En vier: investeer in aangepaste woonvormen voor die kleine groep mensen waar wegens verschillende problematieken individueel wonen niet kan. Zo hebben we in Antwerpen het Zorghostel, waar mensen met multiproblemen kunnen wonen met aangepaste zorg. Mensen die al hun hele leven dak- of thuisloos waren, worden daar opvangen volgens het Housing first principe. De maatschappelijke kost is veel minder en ook criminaliteit en overlast zijn gedaald.

Els Goossens: Daarnaast moeten we het warm water niet uitvinden om iets aan de wooncrisis te doen. Er zijn genoeg voorbeelden in andere landen, zoals Finland, Portugal en Nederland. Zo kondigde Nederland aan dat het dakloosheid tegen 2030 wil uitbannen door meer in te zetten op het voorkomen dat mensen hun woning kwijtraken en ervoor te zorgen daklozen sneller een woning krijgen.  Finland is het enige land dat een totale reconversie heeft gemaakt van tijdelijke opvang naar duurzaam wonen voor dak- en thuislozen én is het enige land waar de cijfers van dakloosheid dalen. 

“Ook mensen met een modaal inkomen raken in moeilijkheden en worden geconfronteerd met dreigende uithuiszetting omdat ze de huur- en energiekosten niet meer kunnen betalen.”

Deze nieuwsbrief legt de focus op dak – en thuisloosheid, maar de woonproblematiek gaat verder dan mensen die op straat leven. Het gaat ook over mensen die in auto’s of garages slapen, om mensen die in een slechte woning wonen, over sofa surfers en over mensen die uit het huis dreigen gezet te worden omdat ze psychisch of financieel het hoofd niet boven water kunnen houden.

Piet Steenssens: Ik zie het nog breder. Ook mensen met een modaal inkomen of eenverdieners met zeer beperkt inkomen raken in moeilijkheden en worden geconfronteerd met dreigende uithuiszetting omdat ze de huur- en energiekosten niet meer kunnen betalen. We zullen de komende jaren in de opvang dus meer mensen zien die getroffen worden door de woon- en energiecrisis. Het publiek is daar al veranderd. Waar het vroeger vooral om een individueel mannelijk publiek ging, zien we meer en meer jongeren en gezinnen in de dak- en thuisloosheid. Een woning vinden voor een groot gezin is momenteel een ramp. Zij blijven noodgedwongen langer in de opvang, omdat er simpelweg geen woningen zijn. Door de wooncrisis blijven de plekken in de reguliere opvang veel langer bezet.

Het laatste vangnet

Els Goossens: Dat heeft gevolgen op andere domeinen. Mensen die uit detentie komen, jongeren uit de bijzondere jeugdzorg, vrouwen die na het vluchthuis in een van onze opvangcentra terechtkomen… op zich kunnen we die mensen helpen als iedereen kan doorstromen: je vangt hen een tijd op, brengt administratief alles in orde, geeft hen de nodige  begeleiding en zet er een sociaal of professioneel netwerk rond. Dat is onze aanpak. Maar de doorstroming is momenteel zeer moeilijk. Wij zijn bovendien het laatste vangnet. Als er in andere voorzieningen geen plek is, of mensen daar om diverse redenen niet opgevangen kunnen worden, dan komen ze bij ons terecht. Want als ze niet bij ons terechtkunnen, dan staan ze op straat. Als in de geestelijke gezondheidszorg of in de bijzondere jeugdzorg bedden afgebouwd worden, dan voelen wij dat. Net zoals de asielcrisis. Wij vangen momenteel heel veel mensen op die elders uit de boot vallen.

Niet alle problemen oplossen

Piet Steenssens: Inclusief werken en de vermaatschappelijking van de zorg zijn mooie ideeën, maar als in andere expertisedomeinen een stuk van de intensieve en langdurige zorg afgebouwd wordt, dan zien we in het algemeen welzijnswerk heel wat mensen met een veel grotere zorgnood. Ik denk dat het besef stilaan groeit dat het algemeen welzijnswerk niet alle problemen moet oplossen. Wij zijn een expert in integraal werken en netwerken. Ik denk dat we daar moeten gaan voor een integraal beleid waar we rond mensen of gezinnen met meerdere problemen een netwerk zetten, ieder vanuit zijn eigen expertise, samen met het algemeen welzijnswerk dat heel breed kan denken. 

CAW’s strijden al lang voor het recht op wonen voor iedereen, daarom sloten ze zich ook aan bij de Woonzaak. Toch maken de structurele wooncrisis en diverse maatschappelijke uitdagingen het extra moeilijk om dat recht op wonen voor de meest kwetsbaren te garanderen. 

Piet Steenssens: Ik blijf erin geloven dat we als CAW impact hebben op de maatschappij en het beleid. De langetermijnvisie van alle CAW’s is om het recht op wonen te borgen. Met onze reguliere opvang werken we curatief. Daar worden mensen geholpen om rust te vinden en te kunnen doorstromen naar een duurzame woonvorm. Daarnaast zetten we in op preventie om te voorkomen dat mensen dak- en thuisloos worden en we blijven de tekorten en noden die er zijn aankaarten en op de agenda zetten. 

Els Goossens: Als wij het niet op de agenda houden, wie dan wel? Daar zit een groot deel van onze drive. Daarnaast maken onze CAW medewerkers  dagelijks het verschil voor individuele mensen. Dat zijn dagelijkse kleine successen waar we iets betekenen en dagelijks het verschil maken. 

Interview: Annik Verheyen