Opiniestuk - Wat met jongeren die seksueel geweld plegen?

Wat met jongeren die seksueel geweld plegen?
Het schrijnend tekort aan gespecialiseerde hulp wegwerken zal bijdragen aan de preventie van nieuw seksueel geweld.

De zelfdoding van een 14-jarig meisje was de aanleiding om de verkrachting en/of aanranding van dat meisje door vijf jongeren te onderzoeken. De twee jongvolwassenen en de drie minderjarigen werden opgesloten in de gevangenis en een gesloten instelling. Deze zeer ernstige feiten, met verschrikkelijke gevolgen, zijn geen uitzondering. Seksueel grensoverschrijdend gedrag is een maatschappelijk probleem waar we tegen moeten optreden.

Zorg voor de slachtoffers is belangrijk, het voorkomen van slachtoffers is dat evenzeer. Daarvoor is de aanpak van de maatschappelijke voedingsbodem essentieel. Daarnaast weten we dat jonge plegers een belangrijk deel uitmaken van plegers van seksuele feiten (Pastore & Maguire, 2007). Heel wat volwassen plegers blijken ook al in hun jonge jaren gestart te zijn met ongepast gedrag. Dus een focus op begeleiding en behandeling van jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen is cruciaal, best zo vroeg mogelijk.

De eerste reactie in deze zaak leidt tot opsluiting en op basis van de uitkomst van het onderzoek eventueel tot een verdere opsluiting. Deze feiten kunnen immers niet ongestraft blijven. Toch dienen we de vraag stellen ‘Wat gaan we nu met deze jonge plegers doen?’. Zo hard mogelijk straffen staat niet gelijk aan een positief effect op hervalpreventie. Het doel moet zijn om slachtoffers en nieuwe slachtoffers te voorkomen.

Gespecialiseerde hulp voor jonge plegers van seksuele feiten bestaat. Op basis van behandelmodellen die effectief zijn in het voorkomen van recidive hebben ze ook een maatschappelijk nut om bij te dragen tot veiligheid (Reitzel & Carbonell, 2021). Jongeren blijken in de realiteit gespecialiseerde, ambulante hulp te mislopen, waardoor ze dikwijls langer in een gemeenschapsinstelling blijven. In Oost-Vlaanderen is het zelfs zo dat ambulante hulp geen jongeren op een wachtlijst kan zetten omdat er geen perspectief op hulp is. In Vlaanderen en Brussel moet men beroep doen op enkele werkingen die op eigen initiatief zo’n aanbod hebben ontwikkeld, veelal met middelen uit andere opdrachten.

Hoe is het zover kunnen komen? Enkele jaren geleden werd bijvoorbeeld de opdracht voor gespecialiseerde begeleiding voor jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag plegen opgenomen in het Decreet Algemeen Welzijnswerk. Dit gebeurde zonder middelen toe te kennen, waardoor gespecialiseerde centra bij de CAW en CGG zelf oplossingen moesten zoeken om toch gespecialiseerde hulp aan te bieden. Het gevolg is dat ook volwassenen langer op de wachtlijsten staan.

Vlaams Minister van Justitie Demir en Federaal Minister van Justitie Van Quickenborne benadrukken elke keer opnieuw dat seksueel geweld een prioriteit is. Willen ze ook slachtoffers voorkomen? In het bijzonder vanuit de beleidsdomeinen Welzijn en Gezondheid dient er nu geïnvesteerd te worden in gespecialiseerde hulp. Zij zijn verantwoordelijk voor begeleiding en behandeling. Ze kunnen hiervoor rekenen op de reeds uitgebouwde expertise binnen de centra die met jongere plegers werken.

In Oost-Vlaanderen, waar de feiten gebeurden, staan er heel wat organisaties uit verschillende domeinen klaar om dit integraal en kwaliteitsvol verder te ontwikkelen via doorgedreven samenwerking. Het enige wat ontbreekt, is een enveloppe om van start te gaan en zo via gepaste hulp bij te dragen aan een veiligere samenleving waarin het voorkomen van slachtoffers voorop staat!

Wouter Wanzeele, Forensisch Ambulant Begeleidingsteam, CAW Oost-Vlaanderen
Joy Eeman, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost-Vlaanderen
Charlotte De Pourcq, I.T.E.R.- jongerenwerking
Sonja Van Deynse, HCA-dienst Oost-Vlaanderen, vzw Parcours