CAW Halle Vilvoorde

Versterk bestaand hulpaanbod voor jongeren

Opinie van Griet Gordts, teamcoördinator JAC Asse & Halle

We waren aan het wachten op de nieuwe Rode Neuzen-campagne voor dit jaar. Vorige keer werd ons JAC niet geselecteerd en dat was echt ontgoochelend. Maar na een vloek en een zucht deden al onze JACcers voort. Roeien met de riemen die je hebt. Het zijn korte riempjes, geloof me maar. Korte riempjes waar de rek al lang uit is. Waar geen nieuwe kunnen van besteld worden, laat staan dat ze verstevigd kunnen worden.

Tijdelijke hoop

De enige sprankeltjes hoop om meer en beter te kunnen voldoen aan de talrijke hulpvragen van jongeren zijn dezer dagen projecten. Kleine kansen om wat extra middelen, om tijdelijk een extra riempje vast te maken. Middelen waarbij heel wat overtuigingskracht nodig is en veel woorden moeten geschreven worden. Met heel veel geluk krijg je dan voor even een kruimel toegegooid. Een kruimel die op is voor je deftig kon proeven. En waar je dan nog heel creatief moet mee omgaan.

Want gewoon hulp verlenen op de eerste lijn, dat boeit niemand. Dat er elke dag meer jongeren het JAC kennen en via welke weg dan ook tot bij ons geraken is een goeie zaak. Dat ze momenteel ook bij ons, de allereerste lijn, moeten wachten om deftig gehoord te worden is iets waar al onze JACcers elke dag weer op botsen. Waar ze soms heel kwaad en soms heel moedeloos van worden.

En toch doen ze voort, elke dag opnieuw.

Rode Neuzen

En dan in de media: “Rode Neuzen zet dit jaar in op leerkrachten”.

Wat?!

Ze hebben een punt als ze zeggen dat jongeren veel tijd op school doorbrengen.

Alleen zijn leerkrachten daar elke dag aan het worstelen om leerstof in de kopjes te gieten. En als een leerling het moeilijk heeft zijn er inderdaad leerkrachten die daar zorg willen voor dragen.

Alleen kunnen ze dat niet blijven doen. Ze hebben ook maar 24u in hun dag.

Eerste aanspreekpunt

Onze JACcers gaan naar de scholen. Ze gaan er naartoe, spreken daar met jongeren. Overleggen met zorgleerkrachten en CLB-medewerkers.

Ze geven vormingen over heikele thema’s, gaan met hele klassen in gesprek over dingen die jongeren bezig houden.

Ze zeggen tegen jongeren dat wij, het JAC, er voor hen is.

Leerkrachten overtuigen jongeren om bij ons te komen. Zelfs met zoveel vertrouwen dat onze agenda’s propvol zitten.

Mannekes, het is echt niet zo moeilijk hoor. Het wiel is al uitgevonden, het warme water ook.

De bestaansreden van het JAC is net dat eerste aanspreekpunt zijn.

Als je een beetje logisch en simpel nadenkt (en daar zijn wij op de eerste lijn nu toevallig best goed in) ligt de oplossing voor je neus.

Zorg ervoor dat er meer JACcers komen. Zodat er meer jongeren bij ons terecht kunnen. Zodat leerkrachten met een gerust hart jongeren naar ons kunnen sturen. Dan hebben zij de tijd om te doen waarvoor ze opgeleid zijn: jongeren stof geven om te leren.

En dan kunnen wij nog meer doen waarvoor we bestaan, wat we al jaren doen, wat we zo graag doen en wat we goed doen: jongeren helpen.