Kinderen en jongeren sterker maken voor de uitdagingen die ze op hun weg tegenkomen

Ze noemen zichzelf de dinosauriërs van JAC. Dat mag je interpreteren als wijs en met tonnen ervaring. Filip Van Becelaere is beleidsmedewerker Jongeren in CAW Noord West-Vlaanderen, Johan Neijens is clustercoördinator bij CAW Limburg. Beiden hebben een groot hart voor jongerenwelzijn, maar hun eigen tienerjaren liggen al een stuk in het verleden.

Johan: “Toen ik jong was, waren veel thema’s nog taboe. Je praatte met je ouders niet over seksualiteit, gender of geaardheid, tenzij je heel progressieve ouders had. Als je over een moeilijk thema wou praten, kon dat bij leeftijdsgenoten, maar die informatie was niet altijd correct. Neutrale informatie was haast niet te vinden.”

Filip: “Volwassenen konden bij allerlei instanties terecht, maar voor kinderen en jongeren die vragen hadden, was er niets. JAC is vanuit die noodzaak ontstaan.  De eerste JAC’s in Vlaanderen stammen uit 1972. Aan de basis lag een onderzoek van professor Willy Faché naar informatie- en hulpbehoeften bij jongeren.”

JAC, het JongerenAanbod van CAW bestaat dus al 50 jaar. Jongeren tussen 12 en 25 kunnen bij JAC terecht als autonome hulpvrager, op verschillende levensdomeinen. Voor jongere kinderen situeert het aanbod van CAW zich binnen de contextbenadering, bijvoorbeeld via de ouders. Dat kan gaan om kinderen in vluchthuizen, binnen begeleid wonen, de bezoekruimte of kinderen van een ouder in de gevangenis. 

Johan: “We weten bij CAW al lang hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor kinderen en  jongeren en voor hun context. Kijk maar hoe we inzetten op de kindreflex. Bovendien blijkt uit onderzoek van o.a. professor Ronny Bruffaerts rond geestelijke prevalentie dat de oorzaak van problemen op latere leeftijd vaak liggen bij noden als kind of als jongere. Het is daarom zeer belangrijk om in te zetten op een laagdrempelig eerstelijnsaanbod zoals JAC dat doet. Elke vraag die een jongere stelt, is een belangrijke vraag, of dat nu gaat over verliefdheid, zelfbeeld, geestelijke gezondheid, assertiviteit, omgaan met sociale media… Elke vraag telt en op elke vraag gaan we in.” 

Filip: “Jongeren hebben recht op iemand die vanuit gelijkwaardigheid als een copain naast hen gaat staan. Daarnaast zijn we er ook voor sleutelfiguren; de leerkracht, de voetbaltrainer, de leiding van de jeugdbeweging… we ondersteunen hen in hoe ze thema’s kunnen aanbrengen, wat je best wel of niet zegt, hoe je de link naar de hulpverlening legt. Als je met iets zit, is zo een  vertrouwensfiguur ontzettend belangrijk, je hoeft niet meteen naar de hulpverlening te stappen.” 

Johan: “Het hele jeugdwelzijnswerk is een belangrijke partner, omdat zij vaak kwetsbare jongeren bereiken. Daarnaast worden wij vaak gevraagd om onze expertise te delen, om de kijk van de jongeren binnen te brengen: 1 gezin, 1 plan, WAT WAT, Overkop, Awel, de eerstelijnszones, Vroeg en Nabij…: we hebben de verantwoordelijkheid om het thema jongeren mee op de kaart te zetten en we nemen die partnerrol graag op.”

Maatschappelijke druk

Filip: “Vandaag is het voor jongeren veel moeilijker, dat moeten we niet onder stoelen of banken steken. Het aantal prikkels dat jongeren nu te verwerken krijgen is verduizendvoudigd. Er is veel maatschappelijke druk, er wordt veel van kinderen en jongeren verwacht. Ze creëren die druk niet zelf, het zijn vaak volwassenen die dat doen. Hoge verwachtingen, meer verantwoordelijkheid, presteren op school, je profileren op sociale media of in een sport… de druk is soms ontzettend hoog.”

Johan: “Vroeger beslisten de volwassenen, vandaag hebben jongeren meer inspraak. Gelukkig maar, maar dat legt tegelijk ook meer druk op jongeren. Ik sprak niet aan tafel als een volwassene iets zei. Als een jongere vandaag aan diezelfde tafel niets zegt, krijgt hij de vraag of er iets scheelt. Daarom is het zo belangrijk wat JAC doet: vertrouwen creëren, hen au serieux nemen. We willen een partner van de jongere zijn, en cours de route met hen op weg gaan, maar zij kiezen zelf het pad. En als dat nodig is, gaan we meer dan een keer mee op pad. Jongeren geven aan dat er heel weinig diensten zijn waar dat mogelijk is.”

Complexe wereld

Filip: “Na corona zijn vragen rond geestelijke gezondheid niet alleen sterk toegenomen, ze zijn ook complexer geworden. We zien ook veel vragen op verschillende levensdomeinen: faalangst, activatie, volwassenen die hun verantwoordelijkheid niet meer willen nemen en hun kind buitenzetten… Dat zag je vroeger veel minder.”

Johan: “It takes a village to raise a child, is nog altijd een waarheid als een koe. Maar die village is er vandaag veel minder. De druk op de crisismeldpunten was nog nooit zo hoog. Jongeren vallen uit, ouders vallen uit. Steeds meer jongeren moeten begeleid worden. We zien meer uithuisplaatsingen, bij alle leeftijden. Door de vermaatschappelijking van de zorg, zien we veel complexere problemen op eerstelijns dat heeft een invloed op onze werking. Preventie, outreachend werken komen onder druk te staan omdat onze agenda’s vol zitten met een-op-eengesprekken. En ook taboes die doorbroken worden, zorgen voor meer vragen. We krijgen bijvoorbeeld meer vragen rond transgender zijn, jongeren willen dat aftoetsen en dat is goed, maar het betekent dat die vragen ook heel vaak bij eerstelijnsorganisaties komen. Als ik een JAC vergadering bijwoon, sta ik versteld hoe divers de probleemstellingen zijn, hoe breed collega’s moeten zijn in hun kennis en ondersteuning, in de methodieken die gehanteerd worden.”  

Betekenis geven

Filip: “Een tijd geleden was ik op vakantie in Zeeland. Ik ga naar de balie van het hotel en de dame daar, ik schat rond de 35-40 jaar, zegt: ‘Ik ken jou, jij bent Filip van het JAC.’ Als mensen je herkennen, dan voelt je dat je betekenis hebt kunnen geven. Dat is zo waardevol.”

Johan: “Een sms, een briefje, een FB like, het zijn 1001 kleine dingen waarvoor je het doet. Jongeren die vertellen wat JAC voor hen betekent of betekend heeft en dat met ons delen. Dat gaat zowel over kleine en als grote dingen. Als je een tiener die dolverliefd is serieus neemt, dat niet weglacht, dan beteken je iets voor de manier waarop die naar relaties gaat kijken. Je maakt dan vandaag een verschil, maar ook morgen. Onze JAC-ers zijn echte pleitbezorgers van jongeren als autonome hulpvrager. Want het is zo belangrijk dat er naar hen geluisterd wordt: neem hen au serieux, zorg dat ze erover kunnen praten, wacht niet tot problemen groter worden. En maak hen zo sterker voor de uitdagingen om om te gaan met de uitdagingen die ze op hun weg tegenkomen.” 

Interview: Annik Verheyen

Filip Van Becelaere

beleidsmedewerker Jongeren CAW Noord West-Vlaanderen,

Johan Neijens

clustercoördinator CAW Limburg